De jonge klimaatbeweging blikt terug op VN-klimaattop

De VN-klimaattop in Egypte loopt ten einde. Tientallen wereldleiders hebben de afgelopen weken met elkaar onderhandeld. Op de conferentie in Sharm-El-Sheikh zijn ook de jongeren vertegenwoordigd. Bij ons aan tafel zit Aniek Moonen, voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging, die net een paar dagen terug is uit Egypte.

Moonen is teleurgesteld over de resultaten van de COP in Sharm-El-Sheikh. "Dat er een klimaatschadefonds is opgericht, is wel een doorbraak. Het heeft er alleen wel toe geleid, dat er over het terugdringen van de CO2 uitstoot geen nieuwe afspraken zijn gemaakt. In die zin verandert er niet zo veel ten opzichte van het akkoord wat in Glasgow was geformuleerd. Wel fijn dat dingen die voorheen zijn afgesproken, zoals het streven naar een opwarming van niet meer dan 1,5 graad, er niet uit zijn gehaald. Vanwege de huidige energiecrisis waren er een paar landen die die grens wilden heroverwegen. Dat is gelukkig niet gebeurd, maar constructief is het niet."

Moonen, zelf nog maar 24 jaar oud, mocht als voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging meepraten over de klimaatplannen. Ze zou tijdens een diner met Mark Rutte tijd krijgen om met hem in gesprek te gaan. Wegens logistieke problemen, werd dat uiteindelijk maar tien minuten. Het is volgens haar moeilijk te zeggen hoeveel invloed jongeren op de top hadden. Zij mochten namelijk nauwelijks meedoen aan de onderhandeltafel. Het was voor jongeren vooral een moment om te netwerken en om actie te voeren. Maar hoeveel er van die acties ook daadwerkelijk invloed hebben gehad aan de overleggen, dat is moeilijk te zeggen.

Dat de conferentie nu een teleurstellende afloop heeft gehad, betekent niet dat de jonge klimaatbeweging bij de pakken neer gaat zitten. "Er zitten 52 weken in een jaar, dus dan hebben we er nog 50 over om door te gaan met plannen maken. Wereldleiders komen wel vaker bij elkaar. Ook gaan onderhandelingen soms sneller in een kleine formatie. Op zo'n grote top wil natuurlijk iedereen wat te zeggen hebben, terwijl je op Europees niveau of tussen landen onderling soms toch dingen sneller voor elkaar krijgt."

Wat nu als eerste op de agenda staat, is een nieuwe campagne van de jonge klimaatbeweging. Ze willen dat de Nederlandse overheid zich houdt aan de afspraken die op de vorige klimaattop in Glasgow zijn gemaakt. Nederland zegde toen namelijk toe te stoppen met het subsidiëren van fossiele energieprojecten in het buitenland. Via een exportkredietverzekering staat de Nederlandse overheid garant voor grote risicoinvesteringen die bouwbedrijven in het buitenland doen, zoals voor een boorplatform. Nederland heeft beloofd dat per 2023 niet meer te doen, maar daar komen ze nu op terug. Maandag komt er een groot opiniestuk uit waarin ze Nederland opdragen hiermee te stoppen. Want, zo zegt Moonen, "we staan onder aan de lijst in Europa, terwijl we op de troepen vooruit zouden moeten lopen."