In de Groote Heide zitten veel spechten, van de zwarte, de bonte tot de groene specht. Veel oude populieren blijven daar staan en ook dode boomstronken blijven liggen, en dat zijn perfecte plekken voor de specht. Wij zijn op zoek gegaan naar de spechten, maar niet alleen naar de vogel zelf. Ook naar hun poep, samen met Jan Kolsters.
Spechtenpoep verzamelen
Jarenlang verzamelt Jan al de poep van spechten. Aan de vorm en de textuur van de poep kan hij al vertellen van welke specht de uitwerpselen zijn. En door de poep te ontleden en onder de microscoop te leggen komt hij van alles te weten over het eetgedrag en het menu van de spechten. Jan is voornamelijk geïnteresseerd in de poep van de groene specht. In de literatuur las hij vaker dat het niet goed gaat met deze specht omdat het slecht zou gaan met de rode bosmier. Maar het gaat helemaal niet slecht met de rode bosmier, aldus Jan, en dat was aanleiding om dit te gaan onderzoeken.
Ander menu
En wat blijkt, de groene specht blijkt hele andere mieren op het menu te hebben dan men altijd heeft gedacht. In het bos is de humusmier zowel in het broedseizoen als in de winter de belangrijkste prooi voor de groene specht. Voornamelijk boomstronken die afgezaagd zijn en die zijn blijven liggen, zijn een goede bron van voedsel. Het hout van de stronk krimpt meer dan de schors waardoor er een spleetje ontstaat. Hier bouwen humusmieren hun nest. Het lijkt erop dat de grove den precies genoeg krimpt voor een ideaal spleetje voor de groene specht. In deze inkeping kan de groene specht goed bij de mieren met zijn lange tong.
In de winter past de groene specht zijn menu aan. Dan eet hij naast de humusmieren, die soms dan moeilijker te vinden zijn, ook nog wantsen en rode bosmieren.