Stuifzanden zijn voortdurend in beweging, tenminste: dat is de bedoeling. Maar zonder intensief beheer verandert stuifzand binnen no time in een gebied waar bomen en grassen het zand steeds meer inperken. Dertien jaar onderzoek komt met resultaten en adviezen voor beheer.
Stikstof
Plaggen, eggen, begrazen, kappen: er is de laatste tien al veel gedaan door beheerders om stuifzanden te behouden, maar de resultaten vallen vaak tegen. Voornaamste oorzaak: de stikstofdepositie. In alle stuifzandgebieden wordt de kritische depositiewaarde van stikstof al tientallen jaren ruimschoots overschreden, waardoor het zand veel sneller begroeid raakt.
Kronkelsteeltje
De metingen die vanaf 2007 zijn gedaan vonden plaats in stuifzandgebieden door het hele land, zoals de Loonse en Drunense Duinen, Kootwijkerzand, het Wekeromse zand. Opvallend is dat de invasieve exoot het kronkelsteeltje zich overal snel verspreidt. Maar ook heide, buntgras, haarmos en allerlei andere korstmossen kunnen zich snel uitbreiden. En bomen natuurlijk.
Minder zand
Al met al betekent dit dat het areaal kaal zand nog steeds aan het afnemen is, zij het met verschillen. In Natura 2000 gebieden minder dan daarbuiten. Kijken we terug naar 150 jaar geleden, dan is maar liefst 99% van het kale zand verdwenen. Maar ja, toen werden stuifzandgebieden vooral als lastig gezien en werden ze zo snel mogelijk volgezet met naaldbomen. Pas de afgelopen vijftien jaar wordt er volop ingezet op het behoud van stuifzandgebieden.