Wetenschappelijke naam:
Ursus arctos
lengte: 170 - 230 cm
hoogte: 90 - 110 cm
gewicht: 100 - 250 kg
vacht: lichtbruin tot bijna zwart
Bruine beren komen voor in Europa, Azië en Amerika. Eens waren ze talrijk in Europa, maar momenteel komen nog slechts restpopulaties voor. Deze restpopulaties komen vrijwel alleen in eenzame bergstreken voor maar de beren geven de voorkeur aan gemengde bossen. In Nederland verdween de bruine beer zo'n 800 jaar geleden.
De bruine beer is een alleseter, van insecten tot herten of zelfs vee. In de praktijk eet hij voornamelijk plantaardig materiaal, zelfs veel gras. De Amerikaanse bruine beren eten zich tijdens de trek van de zalm vol met voedzame vissen. Gedurende de zomermaanden bouwt de beer een grote vetvoorraad op. In de wintermaanden houdt hij rust en teert dan op deze vetlaag. De winterslaap is erg licht en kan elk gewenst moment onderbroken worden.
Bruine beren paren in mei-augustus en na een draagtijd van ongeveer 6 à 8 maanden volgt er een worp van meestal 2 jongen. De jongen blijven minstens 8 maanden bij de moeder. Op de tochten met hun moeder doen ze zeer veel ervaring op. Hun ontwikkelingstijd is dan ook bijzonder lang.
De bruine beer is een solitair dier met een slecht gezichtsvermogen, maar een uitstekende reuk en prima gehoor. Hij is trouw aan zijn woongebied en heeft een eigen territorium, van zo'n 500 à 2500 ha. Beren hebben een enorm uithoudingsvermogen en kunnen grote afstanden afleggen. Ze zijn goede zwemmers en uitstekende klimmers. Onder normale omstandigheden zijn ze zowel overdag als 's nachts actief. In gebieden waar ze belaagd of verstoord worden, gaan ze uitsluitend 's nachts op pad. Als de bruine beren met rust gelaten worden zijn ze niet agressief en dan vormen ze nauwelijks een gevaar voor de mens.