Wereldwijd trekken steeds meer mensen naar stedelijk gebied. Ruim de helft woont al in de stad en in de toekomst wordt dat alleen nog maar meer. Ook de natuur trekt steeds meer de stedelijke ruimte in en dat heeft opmerkelijke gevolgen, blijkt uit het nieuwe boek van de Leidse evolutiebioloog Menno Schilthuizen. Zo hebben verschillende planten en dieren zich aangepast aan de nieuwe omgeving. Zoveel dat je kan spreken van een kleine evolutie.
Zo ontwikkelen stadsduiven een detox-verenkleed, krijgen slakken een andere kleur en ontwikkelen bepaalde planten een heel eigen type ‘stads’-zaden. Stadsmerels zijn zelfs bezig zich te ontwikkelen tot een compleet nieuwe soort die je ‘Turdus urbanicus’ zou kunnen noemen.
Snelle evolutie
In zijn boek ‘Darwin in de Stad’ stelt Schilthuizen, dat de evolutionaire aanpassing zich voltrekt met snelheden waar Darwin niet van had durven dromen. Volgens hem wordt er een nieuw hoofdstuk in de evolutie van het leven op aarde ingeluid. Een hoofdstuk waarin veel biodiversiteit verdwijnt, maar ook veel nieuwe dier- en plantensoorten het licht zullen zien.
Menno Schilthuizen (1965) is als evolutiebioloog en -onderzoeker verbonden aan Naturalis Biodiversity Center in Leiden en als hoogleraar aan de Universiteit Leiden. Eerder verschenen van hem Darwins peepshow en Waarom zijn er zoveel soorten.