De
Turdus merula
, ofwel de merel, is de mooiste zanger van alle vogels in Nederland. Veel mensen worden gelukkig van de merelzang en associeren het geluid met het begin van de lente. In de Cursus Vogelzang: Wat hoor ik daar? Van Vroege Vogels leer je de vogelzang van de merel herkennen.
Strofe-zanger
Deskundigen Dick Vos noemt de merel een strofe-zanger want elk strofe die de vogel zingt is totaal anders dan de vorige. Deze korte strofes worden telkens afgewisseld met steeds een korte pauze. De merel zingt zijn lied in een rustig tempo.
Zeer verschillend
Die een miljoen zwarte zoetgevooisde vogels zingen zeker niet allemaal even mooi. Volgens geluidenverzamelaar Henk Meeuwsen zingen sommige merels enorm saai en anderen zingen zo vals als een kraai. Merels pikken tevens de geluiden op uit hun omgeving en kunnen andere vogels imiteren en verwerken in hun zang. Zo kan je ook duidelijk het verschil horen tussen een stadse merel en merel uit het bos. Zelfs in een straat klinkt er vanaf elke schoorsteen klinkt een ander merellied.
Henk Meeuwsen: “Als je de merel eenmaal door hebt, wat niet zo moeilijk is, probeer dan je eigen merel te herkennen en te onderscheiden van de buurmerel.”
Kenmerken van de merelzang:
Rustig tempo
Warme klank
Elke strofe is anders
Korte pauzes tussen de strofes
Strofe eindigt met een iets schellere toon
Geen vast patroon
Alarmroep: snelle opeenvolging van harde tonen
De merel is een soort met duidelijke verschillen in verenkleed tussen mannetjes, vrouwtjes en jongen. Het mannetje is egaal zwart, op een opvallende, oranje snavel en een opvallende gele oogring na. Dit zwarte verenpak leverde hem de Engelse naam ‘blackbird’ op. Een vrouwtjesmerel heeft een aardbruin tot licht roodbruin lijf. Een onvolwassen mannetje heeft in zijn eerste winter bruine vleugels, een vaal zwart lijf en een donkere, tot zwarte, snavel.