Tussen alle verontrustende berichten die ons natuurliefhebbers de afgelopen tijd teisteren, van verdwijnende bloemen en bijen naar stikstofellende tot het rotnieuws deze vrijdag dat wéér te weinig grutto’s heelhuids groot konden worden in onze weilanden, is het misschien fijn ook eens iets te horen waar je als fijnproever blij van kan worden. Al is het maar omdat je over vier minuten je vakantiebestemming voor komende zomer niet meer hoeft te bepalen.
Ik ga namelijk een geheimpje verklappen. Er is een natuurgebied op slechts een uurtje of vijf, zes autorijden dat zó mooi en uitgestrekt is en zó groen en propvol bomen dat het je soms duizelt. En het leuke is: bijna niemand kent dit gebied. Je rijdt door haarspeldbochten, langs ravijnen, klaterende beken, hoge rotswanden met weelderige begroeiing en toch blijf je een week lang vrijwel de enige auto met Nederlands kenteken.
Zo’n goddelijk oord, zoveel groen en zo weinig mensen, waar vind je dat nog? Vast in een of ander obscuur Oostblokland, hoor ik de een denken, al kan die korte reistijd dan natuurlijk niet kloppen. Engeland zeker, waar het altijd regent, schampert een ander. Toegegeven: ook ik had, tot ik het een paar jaar terug bij toeval ontdekte, nog nooit van deze groene oase gehoord. Lyrisch terug van mijn eerste vakantie een kleine steekproef onder collega’s: wisten zij waar dit was? Niet één.
Ik heb het over de Harz. De Eifel kent iedereen, het Zwarte Woud ook, maar de Harz is een weliswaar uiterst groene maar vooral blinde vlek op de Duitse kaart. Terwijl het toch zo simpel is: trek ter hoogte van Gelderland een horizontaal lijntje naar rechts und jawohl.
Het zal te maken hebben met haar geschiedenis. Decennialang werd dit walhalla immers verticaal doorkliefd door rollen prikkeldraad. Deze maand is het 30 jaar geleden dat de Muur viel. Op tv zag je de afgelopen weken vooral het gehak in 1989 op de stenen muur in Berlijn; maar dat was natuurlijk maar een piepklein deel van de strenge grens die Oost-Europa van het Westen moest scheiden. Die verschrikkelijke grens, het IJzeren Gordijn. Een wanstaltig bedenksel om mensen tegen hun zin op hun plek te houden – en het liep dwars door de Harz.
Ik was benieuwd of daar nog sporen van terug te vinden zouden zijn, te midden van al dat groen. Of zou alles zijn opgeruimd en meegenomen? Tijdens een wandeling besloot ik het erop te wagen. Volgens Google Maps zou ik door in een hoek van 90 graden van het pad af te wijken en een stukje dwars door de struiken te banjeren, exact op de plek terechtkomen van het voormalige IJzeren Gordijn. Net toen ik begon te denken dat die Deutsche Gründlichkeit zelfs diep in de bossen onuitroeibaar was, hapte ik ineens naar adem. Daar stonden ze: betonnen palen, in een oneindige strakke rij, met daar tussenin vele lijnen prikkeldraad. Dat prikkeldraad was inmiddels zo verroest dat het op de meeste plekken doorgebroken was, het hing in dikke slierten om de palen. Je kon er met je vingers zo een stukje van afbreken; een prachtig souvenir voor thuis.
Ik struinde nog even verder – dat er in theorie nog steeds mijnen konden liggen in deze Sperrzone probeerde ik maar even te vergeten. Want o, wat een feest. Kijk daar, een oude vervallen wachttoren; verderop een grenspaal van de DDR. En ineens stond ik op een stenen weggetje. De oude grensweg waarover patrouille werd gereden. In de berm hier en daar rollen prikkeldraad. Maar vooral: overal bloemen, kruiden, bijen, hommels, vogels. Kwam hier ooit wel iemand? Een stuk verder zowaar een informatiebord. Ik bleek te staan op de Harzer Grenzweg – nu een officiële, waanzinnige wandelroute van 100 kilometer, vol natuur én cultuurhistorisch erfgoed, en dat laatste dus nog volkomen ongerept. Dat dit een toeristische trekpleister van jewelste zou kunnen worden is tot de Duitsers kennelijk nog niet doorgedrongen. Doe er vooral je voordeel mee, nu het nog kan.
Bij een beek met helder kabbelend water sloeg mijn hart nog eenmaal over, ditmaal niet van een verweerde grenspaal van de Bondrepubliek Duitsland, maar van een grote gele kwikstaart die op de keien hipte. Tot hij opvloog, over de Muur, over het IJzeren Gordijn. Dat liedje van Het Klein Orkest, met een van de mooiste refreinen ooit, zong die hele verdere vakantie in de Harz in mijn hoofd.
Meer over:
saskia van loenenMaandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.