Jelle Reumer: de pandahype
• 16-04-2017
• leestijd 3 minuten
Het heeft er alle schijn van dat Nederland niet gaat deelnemen aan het WK voetbal, volgend jaar in Rusland. Ik betwijfel of dat jammer is. Niet zozeer omdat ik weinig om voetbal geef, maar vooral omdat ons daarmee een grote blamage wordt bespaard. De stunt van het vorige WK is sowieso onmogelijk te herhalen en op een nog grotere afgang dan laatst tegen Bulgarije zit niemand te wachten. Maar de handelaren in prullaria vinden het wel jammer, en ook de fabrikanten van oranje
merchandise
, de banketbakkers die geen oranje tompoezen kunnen verkopen en de televisiezenders die ons tot grote hoogten van extase weten op te zwepen. Maar deze week werden al zulke zielepoten ruimschoots gecompenseerd. De prullariaboeren, rommelfabrikanten, banketbakkers en zendercoördinatoren liepen de hele week niet met een oranje maar met een zwart-witte waas voor hun ogen. Onderwerp van de verdwazing waren niet elf voetballers, maar twee panda’s. De panda-prullaria en panda-gebakjes waren niet aan te slepen.
Afgelopen woensdag arriveerden ze. De Boeing met de twee mollige bamboekluivers werd op Schiphol opgewacht door een tiental politieauto’s met zwaailichten en een feestelijke douche van de vliegveldbrandweer, een eer die zelfs het meest bevriende staatshoofd of de paus
himself
niet zullen meemaken. Honderdvijftig opgewonden journalisten en hordes hysterisch krijsende kinderen vervolmaakten het beeld van een volledig uit de hand gelopen massaverdwazing. Zelf zat ik op dat moment in een restaurant maar werd zelfs daar nog gebeld door een journaliste die me hijgerig vroeg wat ik er van vond. Wat de panda’s er zelf van vonden vroeg ze niet.
Ik
vond er niets van, hing op en at verder.
Panda’s zijn roofdieren die het zichzelf ontzettend moeilijk maken. In plaats van net als alle andere zichzelf respecterende beren gewoon vis, vlees, lekkere bessen en af en toe een kampeerder te eten, knagen ze bamboe. Geen malse bamboescheuten zoals de chinees die in de loempia verwerkt, maar keiharde stelen. Bonenstaken, vishengels, stijgerpijpen; bamboe dat met een kettingzaag moet worden geoogst. En ze hebben bovendien de pech dat hun leefgebied in China steeds verder versnippert. Dat kunnen ze niet helpen, maar door die rare bamboefixatie staan ze met hun zwart-witte rug tegen de muur. De Chinese muur dus, en nu worden ze met fokprogramma’s op de been gehouden. Dat kost een lieve duit en een deel daarvan komt voorlopig uit ons land. Een onderkomen van zeven miljoen euro en een lease-prijs van vijftien miljoen dollar voor vijftien jaar, samen een dikke twintig miljoen euro, is de voorlopige investering. Daar komt nog de prijs bij van de in Brabant geteelde bamboe vishengels.
Ik weet, er zit een belangrijk educatief aspect aan het hele verhaal met die panda’s. Het gaat ook over habitatvernietiging en onze omgang met de natuur.
Als al die miljoenen euro’s er toe zullen leiden dat we ons ook in eigen land gaan bekommeren om de dieren die het moeilijk hebben, om de grutto’s en de kemphanen en de veldleeuweriken, en eindelijk eens een eind maken aan de volledige verzieking van ons landschap, nou vooruit, dan is het toch nuttig besteed. En als dan ook al onze eigen zwart-witte beesten weer gewoon in het weiland mogen lopen, dan koop ik subiet een pandaroomsoes.