Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Dolf Jansen: Zomerverhaal

  •    •  
Vandaag
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
97 keer bekeken
  •  
dolf2

"De meeste van onze herinneringen komen uit de zomer", stelt columnist Dolf Jansen. En veel van zijn eigen zomerherinneringen hebben met de natuur te maken. Zo ook de dag dat hij met zijn familie in een bos-en duingebied zou gaan wandelen, maar ze de wandelwagen voor het kleine broertje waren vergeten.

Lees hieronder de volledige column.

Mijn theorie is dat de meeste herinneringen die we hebben - zeker als het over lang, lang geleden gaat - uit de zomer komen. Natuurlijk ik heb ook herinneringen aan de herfst.

Als jongetje van een jaar of vijf op iets te grote, rubberen laarzen door de herfstbladeren stampen, waarvan er aan de rand van het Oosterpark in Amsterdam zoveel bij elkaar gewaaid waren, dat ze geregeld tot boven mijn knietjes kwamen. Maar, ook de eerste keer dat ik de allerliefste zag in 2016 in een zaaltje aan een bosrand bij Driebergen of Zeist of daaromtrent.

Natuurlijk heb ik ook herinneringen aan de winter, de koudste marathon die ik ooit liep: Februari 1985 Apeldoorn. Maar wel een zonnetje zo nu en dan en een eindtijd van 2’31. En die keer dat het zo lang en hard vroor, dat ik vanaf de dijk bij Muiderberg kilometerslang over het IJsselmeer kon lopen. Natuurlijk heb ik ook herinneringen aan het voorjaar. In april 2017 mijn vader begraven, vlakbij de duinrand van Den Helder. De plek waar hij en mijn moeder zo vaak en graag wandelde. In april 1997 met een heel klein nieuw mensje een ziekenhuis uitlopen en me realiseren dat het nu echt is: vader zijn, een dochter hebben, mijn ouders opa en oma maken. Allemaal herinneringen die te maken hebben met het moment. Het jaargetijde. Maar de zomer, de zomer. Ik voel dat ik een punt heb, ik moet het alleen nog even maken. Story of my life!

Veel van mijn zomerherinneringen hebben met de natuur te maken, wat op deze plek goed uitkomt. En die ene en enige keer dat ik serieus dronken werd is niet echt een verhaal voor uw zondagochtend. Maar ik weet sindsdien wel dat je heel goed zittend op het toilet in slaap kunt vallen en dat het op een wild huisfeestje met twee werkende wc's nog best lang kan duren voordat je gemist wordt als jonger broertje van de feestgever.

Ik neem u - nuchter en vol van zondagszin - mee naar een zomerdag dik 50 jaar geleden. Kort voor of na mijn zevende verjaardag. Daarmee is het opeens eind juni 1970. We wandelden. Mijn moeder, mijn vader, mijn broer van 10 en mijn broertje van 2. Oh nee, Henk liet zich rijden natuurlijk, in die wandelwagen, die we elke keer op de parkeerplaats vlak langs de provinciale weg buiten Bakkum voor dat broertje in elkaar moesten zetten. Ook al omdat die anders nooit achter in de Fiat 127 had gepast. Ik heb het nu over de wandelwagen.

Henk mocht lekker tussen Jack en mij op de achterbank. Een keer waren we bij aankomst aan de rand van dat bos- en duingebied de assen die wandelwagen vergeten en ben ik met Ab, een vriend van mijn vader, teruggereden naar Amsterdam om anderhalf uur later alsnog die wagen in elkaar te kunnen schroeven.

Henk zat het vermoedelijk onder een boom allemaal goedkeurend aan te kijken.

Deze zondag was het goed gegaan. Aankomen op de parkeerplaats, plek zoeken in de zon omdat mijn vader heel goed wist dat precies daar, laat in de namiddag, de schaduw zou overheersen, waardoor onze auto geen oven zou zijn. Dit in tegenstelling tot al die mensen die de auto nu in de schaduw hadden staan. Ja, mijn vader wist dingen en zeker in de natuur was hij een baas. Hoewel die term begin jaren ‘70 nog helemaal niet gebruikt werd. Ja, door mijn vader zelf. Als hij klaagde over de arbeidsverhoudingen in de horeca. En hij de uitdrukking bezigde: ‘natuurlijk zijn er ook goede bazen, die die hangen we apart’. Pas vele jaren later begreep ik dat dat een behoorlijk revolutionair klinkend grapje was, voor een man die Telegraaf en Troskompas als zijn lijfbladen zag.

Het bos waar we doorheen gingen was magisch. Hoewel ik als jongetje van acht, dat woord nog niet in mijn vocabulaire had. Dat woord trouwens ook niet ‘vocabulaire’.

Ik zeg, volgende maand meer, prettige zondag

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.