Dolf Jansen is rustig. Hij vertelt over het capuchongevoel. De wereld gaat langs je heen, je blik is alleen gericht op dat wat belangrijk is en regendruppels raken je niet, maar je hoort ze wel. Stilte en je afsluiten van de wereld kan je het beste in de natuur. Het bootje tussen de rietkragen waar je niemand ziet en waar niemand jou ziet, dat stille bospaadje. Een vleugje wind, je eigen ademhaling: stilte. Gewoon stilte. Die stilte is enorm van belang.
Lees hier de uitgeschreven tekst:
Afgelopen dinsdag sprak ik een zogenaamde druktemaker in de Nieuws BV, wat verderop op deze zender. En ik was, laat ik dat vooropstellen, ondanks de naam van die dagelijkse rubriek, behoorlijk rustig. Wat ik trouwens veel vaker ben. Heerlijk!
Het gevoel dat ik bedacht en benoemde is het capuchongevoel, het gevoel dat je beschermd bent, veilig zelfs, dat je zoveel mogelijk van de wereld en haar gedoe langs je heen laat gaan, dat je je blikveld beperkt tot wat je echt moet zien om min of meer vooruit te gaan. En, natuurlijk, het heerlijke iets versterkte geluid van de vele duizenden regendruppels die je niet raken - want capuchon - maar die je wel hoort, extra goed hoort - want capuchon.
Ik raakte later die dag in gesprek over stilte. Omdat stilte en rust, stilte en je afsluiten van de wereld en haar gedoe, zo dicht bij elkaar liggen. En ik realiseerde me dat die stilte een van de dingen is die wij, liefhebbers, zoeken en vinden in de natuur. Dat volledig verlaten strand omdat je veel eerder op bent dan de rest – of omdat ze allemaal in hun hotel in quarantaine zitten, dat kan natuurlijk ook; dat bootje tussen de rietkragen waar niemand jou kan zien, en jij helemaal niemand hoeft te zien, laat staan te horen;
die overgang van bospad naar vlakte of heideveld of zandverstuiving, niets anders horen dan je voeten die in best hoog tempo de grond raken en weer afzetten, de grond raken en weer afzetten, net zolang tot je zeker weet dat je zweeft. Een vleugje wind, je eigen ademhaling....stilte.
Zelfs in ons overvolle land zijn zoveel plekken, bewust gezocht of toevallig gevonden, waar die stilte is.
Waar geen snelweg zoemt, waar geen landend vliegtuig bezig is de normen waar Schiphol zich aan te houden heeft nog maar eens op te rekken, waar niemand een motorzaag, een hogedruk-spuit, een crossmotor of een bladblazer bij de hand heeft. Gewoon, stilte. En waarom is die stilte zo van belang vraagteken.
Ik denk omdat we leven in tijden waar het gesprek bijna altijd debat of discussie is geworden, en die discussie meestal leidt tot op hoge toon beweren wat je heel erg vindt, of heel erg vindt, zonder ook maar een moment te luisteren naar de ander. Dat hoeft ook niet, want die ander vindt iets anders, en dat betekent in het huidige tijdsgewricht bijna per definitie dat ie ongelijk heeft. En zij ook.
We hebben de stilte nodig. Alleen in de stilte bestaat de kans dat er nieuwe gedachtes onstaan, nieuwe inzichten, ideeen zelfs. Alleen in de stilte bestaat de kans dat je je realiseert dat je ernaast zat, en zit, met die mening die je steeds verkondigt. Alleen stilte geeft de ruimte tot iets van zelfinzicht. En daarmee kom je verder, veel verder, uiteindelijk.
Zolang je maar doorpraat, of de muziek harder zet, of de bladblazer, is de kans op dat inzicht bijna nul.
Eigenlijk zou het een prachtig recept zijn voor iedereen in ons land, van politicus tot boze burger, van zoekende in het leven tot roepende in de woestijn: ga naar dat strand, pak dat bootje, vind dat bospad en die zandverstuiving, en hoor wat daar te horen is. Niks. En daarmee alles.
Stilte.
En als het regent kan ik een fijne capuchon aanraden.