Chemours, Dordrecht
© ANP
De chemische fabriek Chemours en de provincie Zuid-Holland staan binnenkort weer tegenover elkaar bij de rechter. Het bedrijf uit Dordrecht heeft de voorzieningenrechter gevraagd om de zogeheten last onder dwangsom die de provincie heeft opgelegd op te schorten. De zitting staat gepland voor 19 december.
Zuid-Holland legde Chemours eind augustus een last onder dwangsom op, omdat in het afvalwater een stof was aangetroffen waarvoor het bedrijf geen vergunning heeft. Het gaat om trifluorazijnzuur (TFA), een PFAS-verbinding die het RIVM onder de potentieel zeer zorgwekkende stoffen schaart. Chemours moet iedere keer 125.000 euro betalen als de stof nogmaals wordt aangetroffen, met een maximum van 1,25 miljoen euro.
Zuid-Holland deed tevens aangifte, omdat er volgens de provincie sprake is van een strafbaar feit. Het Openbaar Ministerie onderzoekt dat. Chemours en de provincie troffen elkaar de afgelopen jaren vaker in de rechtbank, onder meer nadat Zuid-Holland de vergunning voor het bedrijf had aangescherpt.
Na de provincie Zuid-Holland heeft ook Waterschap Hollandse Delta aangifte gedaan tegen Chemours voor het lozen van een stof waar het bedrijf geen vergunning voor heeft. Het waterschap trof afgelopen zomer tijdens diverse metingen trifluorazijnzuur (TFA) aan, een PFAS-verbinding die het RIVM onder de potentieel zeer zorgwekkende stoffen schaart. Deze stof is volgens het waterschap afkomstig van de Chemours-fabriek uit Dordrecht.
Hollandse Delta kan TFA in de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Dordrecht niet uit het water halen en dus belandt deze stof dan in de naastgelegen rivier. "We worden eigenlijk als doorgeefluik gebruikt voor het lozen van PFAS op het oppervlaktewater", aldus een woordvoerder van Hollandse Delta, die dit "onaanvaardbaar" noemt. Het waterschap heeft daarom aangifte gedaan en het Openbaar Ministerie gevraagd de zaak te onderzoeken.
Bron: ANP
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.