Carlablog: oehoe's en gallen
• 07-10-2013
• leestijd 1 minuten
Niet alle vergankelijkheid is treurnis. Neem de herfst in mijn tuinreservaat. Vlammende bladeren, rode bessen, vogels die met subtiel gezang hun piketpalen slaan om de eerste te zijn op de beste plek als het voorjaar begint. De bloemen van de klimop die ontelbare bijen trekken en de hagedissen die genieten van de laatste zonnige plekken op de muur. De schaduwen worden iedere dag langer. De mist die opstijgt vanuit de rivier de Viaur - 150 meter lager -, lost later op.
Vanavond hoor ik in mijn Franse tuinreservaat de eerste herfst-oehoe. Een zacht, subtiel geluid alsof hij twijfelt of hij zijn verblijfplaats wel kenbaar wil maken, maar als het dan toch moet: heel voorzichtig. Hij heeft de kalkrotsen als klankbord. Bocht, na bocht wordt het geluid voortgestuwd.
De laatste rondwandeling door de tuin zie ik vreemde stekelige bollen op een aantal struiken. Ze zitten er wel aan maar horen er niet bij. Alsof een insect een prachtige cocon heeft ontworpen met roodgekleurde stekels die het signaal geven: afblijven, ik ben gevaarlijk. Geen idee wie deze (aspirant)bewoner van mijn tuinreservaat gaat worden.
Wie het weet mag het zeggen: info&groenlingen.com