Met het verdwijnen van de grote grazers, zo’n duizend jaar geleden, verdwenen ook de stierenkuilen uit ons landschap. Kuilen die stieren van runderen en wisenten maken om hun machogedrag te tonen, om te imponeren. In de steile randen van zo’n stierenkuil vonden wespen en bijen nestgelegenheid en op de bodem vestigden zich bijzondere plantensoorten.
De reportage gaat verder na de muziek:
Sinds halverwege jaren 80 van de vorige eeuw lopen er weer grote grazers in de Nederlandse natuur. En daar waar grote kuddes lopen met meerdere stieren, vind je ook weer stierenkuilen. Vooral in de bronsttijd proberen de mannen indruk te maken op elkaar en schrapen ze met hun poten over de grond en gooien het zand als stofwolken over zich heen. Met hun kop en flanken bewerken de stieren regelmatig de door hun gemaakte kuilen. Op onze boerenbedrijven zie je het fenomeen niet, want daar wordt een stier alleen van stal gehaald als de koeien gedekt moeten worden, als dat niet al kunstmatig gebeurt.
Maar wat voor bijzondere natuur brengen die kuilen met zich mee? Daar is Jeroen Helmer van Ark Natuurontwikkeling een onderzoek naar gestart. Hij ontdekte pas onlangs dat stierenkuilen belangrijk zijn voor sommige bijzondere bijensoorten als de steilrandgroefbij, en dat die bronstige stieren met hun kuilen dus zorgen voor meer biodiversiteit. De Slikken van Flakkee waren de eerste plek in Europa waar in 1984 weer grote gazers werden uitgezet, Heckrunderen in dit geval. Een eldorado wat stierenkuilen betreft. Door te kijken naar luchtfoto’s ontdekte Helmer zo’n 600 stierenkuilen in het natuurgebied. Vroege Vogels is erbij als hij samen met Patrick Jansen van Wageningen Universiteit het gebied aan een eerste blik onderwerpt.
Boswachter Ilona Noorlander van Staatsbosbeheer maakte een mooi filmpje van stieren die op de Slikken van Flakkee in de bronsttijd elkaar aan het imponeren zijn en een stierenkuil maken