Brandgans boven Fries weiland
© Rob Buiter
Waar de brandgans in de boeken staat als trekvogel en wintergast, zijn er sinds de jaren tachtig steeds meer van deze vogels die bij ons blijven om te broeden. "En ze doen het nog goed ook", ontdekte promovendus Chiel Boom.
De eerste brandganzen die in de Delta bleven om te broeden, waren mogelijk ontsnapte exemplaren uit volières, of verzwakte exemplaren die niet konden trekken. "Maar tegelijk waren er ook al veel 'Russische vogels' die extra lang in Nederland bleven in het voorjaar. Inmiddels is er ook wel wat uitwisseling tussen de twee groepen. Sommige vogels die in Nederland uit het ei zijn gekropen, duiken in het hoge noorden op en andersom, dieren die in het noorden zijn geboren, blijven in Nederland broeden", zegt Boom.
De westplaat aan het Haringvliet, in de jaren tachtig één van de eerste broedplaatsen van brandganzen in Nederland
© Rob Buiter
In zijn promotieonderzoek keek Boom naar het succes van trekkers en blijvers. Blijvers hebben het voordeel dat hier vrijwel het hele jaar eiwitrijk gras staat, met dank aan de landbouw. Trekkers hebben weer het voordeel dat ze, ondanks de zware reis, een betere overleving lijken te hebben. Volwassen vogels worden in ons land bejaagd, vanwege de schade die ze aan de landbouw toebrengen.
Onderaan de streep geven beide strategieën op de lange termijn gelijke kansen op nageslacht, ontdekte Boom. "Beide strategieën zullen ook wel naast elkaar blijven bestaan", denkt de onderzoeker. "Al was het maar omdat Nederland veel te klein is om honderdduizenden winterse brandganzen hier te laten broeden."
Brandganzen in een traditioneel broedgebied: Spitsbergen
© Rob Buiter
Behalve de wintergasten die hier blijven om te broeden, zijn er ook verschillende broedvogels die tegenwoordig niet meer naar het zuiden wegtrekken in de winter. Daar maakten we eerder deze reportage over.
Thema's:
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.