Niets is Hollandser dan de tulp. Maar in werkelijkheid werd eind zestiende eeuw het bolgewas voor het eerst geïntroduceerd op Hollandse bodem. Afkomstig uit Wenen, via een schenking van de Ottomanen, die de tulpenteelt weer overnamen van de Perzen. Oorspronkelijk groeiden deze bolgewassen in de bergketens van Centraal Azië. Ondanks dat de tulp een typische botanische migrant is, is de bloemplant dankzij haar aanhoudende populariteit inmiddels genaturaliseerd in Nederland.
Andere groene migranten hebben minder geluk, terwijl soorten zoals de reuzenberenklauw of de Japanse duizendknoop ook speciaal naar Europa zijn gehaald vanwege hun schoonheid. Halverwege de vorige eeuw is het tij gekeerd. Deze exoten bleken uitstekend hun eigen boontjes te kunnen doppen en woekeren welig door het landschap. Dankzij hun succes prijken deze planten hoog op de lijst van invasieve exoten en is er zelfs vraag naar een heus Deltaplan om deze indringers te bestrijden. In de serie ‘Botanische bandieten’ gaat auteur en filosoof Norbert Peeters in op de natuur- en cultuurgeschiedenis van deze plantaardige paljassen.