Het is een goed bewaard geheim waar de boomkruiper de nacht doorbrengt. Maar vogelteller Dook Vlugt heeft het uitgevogeld: ze slapen in de nokken van huizen, plat tegen de stenen muur aangedrukt. In de ochtend en in de avond fietst Dook door Bergen heen om slapende boomkruipers te tellen. Met zijn zaklamp beschijnt hij ze kort om het aantal te kunnen tellen.
Tellen
Soms zijn het er twee, soms is er alleen een poepspoor op de gevel te zien en als hij veel geluk heeft dan zijn het er wel eens vier. Vier lijfjes en staartjes die naast elkaar tegen de muur te lijken te zijn geplakt. Boomkruipers zijn bruingevlekt van boven en wit van onderen. Hun spitse snavel is omlaag gebogen waarmee insecten uit spleten in boombast worden gepeuterd. Boomkruipers klimmen spiraalsgewijs langs een boomstam omhoog, daarbij de bast afzoekend naar insecten.