Het klinkt als een Japans gerecht, maar op een menukaart zul je het niet vinden: bokashi is gefermenteerd maaisel dat op het land gebruikt kan worden als alternatief voor het uitrijden van mest. Eeuwen geleden werd het in Japan bedacht en gebruikt om organisch materiaal te fermenteren tot een meststof. En heden ten dage neemt Natuurmonumenten er in de ‘weidevogelhotspot’ Eempolder proeven mee, om de biodiversiteit te vergroten en de kuikens van de grutto’s en kieviten die straks uit het ei komen een handje te helpen. “Weidevogelkuikens zijn afhankelijk van insecten en ander bodemleven, maar ook de volwassen vogels die nu net terugzijn en zometeen de eieren moeten gaan leggen hebben baat bij een goed bodemleven en veel voedsel”, zegt beheerder Haije Valkema van Natuurmonumenten.
Circulaire landbouw
Bokashi zorgt voor een meer gezonde bodem met wormen en andere bodemdieren. Bovendien is het een vorm van duurzame, circulaire landbouw. Natuurmonumenten beheert in de Eempolder 350 hectare grasland, die speciaal is ingericht voor weidevogels. Het maaisel uit het grasland van Natuurmonumenten van vorig jaar is gefermenteerd en inmiddels uitgereden over het aangrenzende land van een boer. “Een mooie samenwerking tussen de boeren en natuurbeheerders”, zegt Haije Valkema. De fermentatie wordt in gang gezet door het gemaaide gras luchtdicht in te pakken en er drie middelen aan toe te voegen: kleimineralen, bacteriën en kalk. De bokashi die dat oplevert wordt over het grasland verspreid en de wormen moeten de rest doen.
Werkers van de bodem
“Vooral de rode worm, daar draait het om”, legt Haije Valkema uit. “Die komen ’s nachts naar de oppervlakte en trekken de bokashi in hun gangetjes naar beneden. Die wormen zijn echt de werkers van de bodem. In de bodem ontstaan dan veel schimmels en bacteriën en dat zorgt ervoor dat er mineralen vrijkomen, die de planten weer kunnen opnemen. In veel gangbare graslanden in Nederland ontbreekt die rode worm. Die zouden we weer veel meer terug moeten krijgen. Omdat de bokashji in de regio kan blijven en dus circulair is, is dit een slimmere manier om de bodem te verbeteren”. En weidevogels grutto’s en kieviten, maar ook scholeksters en graspiepers hebben daar dus baat bij.