De Oosterschelde is een belangrijk leefgebied voor zeehonden, kustbroedvogels, moerasbroedvogels en doortrekkende watervogels. Al deze dieren profiteren van het rijke bodemleven van het gebied.
Verdwijnende platen
De zandplaten in de Oosterschelde verdwijnen langzaam in het water door de ‘zandhonger’. Een oplossing voor dit probleem is om de platen op te hogen met meters zand. Maar wat doet zo’n ophoging met het bodemleven onder het gestorte zand?
Zandsuppletie Oesterdam
In 2013 is er gestart met een groot proefproject. Bij de Oesterdam, aan de oostkant van de Oosterschelde, is er zand gesuppleerd. Deze 350.000 kuub zand moet het afkalven van de zandplaat beperken. Ook zijn er kunstmatige oesterriffen geplaatst, in de hoop dat dit het zand zou vasthouden.
Schelpen onder het zand
De gevolgen van de zandsuppletie zijn uitgebreid onderzocht. Door stukken waar wel en niet gestort is met elkaar te vergelijken, kun je een duidelijk beeld krijgen van het effect. Brenda Walles van Wageningen Marine Research onderzocht de ontwikkeling van het bodemleven. Een groot gedeelte van het bodemleven overleeft het niet als er een hele hoop zand overheen gekieperd wordt. Het blijkt dat er veel soorten verdwijnen, maar het bodemleven herstelt zich weer na een paar jaar.
De samenstelling van het bodemleven is wel anders. Er is bijvoorbeeld een exoot, de tapijtschelp, die zijn plekje heeft gevonden op de zandsuppletie plekken. Ook is er verschil te zien in bodemstructuur: op de plekken met zandsuppletie is het zand korreliger, op de plekken zonder suppletie is er meer slib.
Menno gaat met Brenda Walles en Tom
Ysebaert
van Wageningen Marine Research op zoek naar deze belangrijke bodemdieren op de Oesterdam.
Kijk vrijdag 30 augustus 2019 om 19.35u naar NPO 2! Of klik hier om de uitzending terug te kijken.