Bloeiende bostulp
• 06-05-2011
• leestijd 1 minuten
De bostulp staat in bloei. Niet in het bos, maar met duizenden tegelijk op de begraafplaats van het Friese dorpje Ternaard. Ternaard is daarmee de spectaculairste groeiplaats van deze stinsenplant.
Rijkelui
Stinsenplanten zijn knol- en bolgewasjes die in het voorjaar bloeien met opvallende bloemen. Ze komen oorspronkelijk niet in het wild hier voor: ze zijn van buiten Nederland aangevoerd door plantenverzamelaars als kostbaarheden voor rijkelui die ze op hun landgoederen hebben aangeplant. In de juiste biotoop kunnen ze makkelijk verwilderen. Bekende stinsenplanten zijn gele anemoon, daslook, helmbloem, knikkende vogelmelk, holwortel, wilde krokus, winterakoniet, sneeuwklokje en bostulp.
Fries
Het woord stinsenplant komt van het Friese woord ‘stins’ dat stenen huis betekent. Er wordt een versterkt en met stenen gebouwd huis mee bedoeld. Dit waren de woningen van adellijke of aanzienlijke heren, die dikwijls landgoederen bezaten. In Friesland is het voorkomen van deze specifieke soorten voor het eerst beschreven. Het woord stinsenplant is waarschijnlijk voor het eerst gebruikt door de heemkundige J. Botke in 1932, die hierbij geïnspireerd werd door de naam stinzeblomkes, die de bevolking van Veenwouden gaf aan Haarlems klokkenspel (een bloem), dat daar rondom de Schierstins groeide. Na 1950 raakte de term ingeburgerd en werden stinsenplanten ook buiten Friesland gevonden.