Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Bijzondere zeevissen dit jaar in Zeeuwse Delta

  •  
05-11-2017
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
54 keer bekeken
  •  
Kortsnuitzeepaardje_Hans-Hillewaert.jpg

© Kortsnuitzeepaardje. Fotograaf: Hans Hillewaert

In 2017 zijn er veel bijzondere zeevissen waargenomen in de Zeeuwse Delta. Jaarlijks neemt het aantal zeldzame soorten toe, waarschijnlijk door het opwarmen van het zeewater. Dat blijkt uit waarnemingen van duikers van Stichting ANEMOON.
Opmerkelijke aantallen van de gehoornde en steenslijmvis zijn dit jaar gemeld. De zwartooglipvis is langzaam aan het terugkomken en de paganelgrondel lijkt zich nu definitief te hebben gevestigd. Ook de mul en kortsnuitzeepaardje zijn vaak gezien in de Oosterschelde.

Gehoornde en steenslijmvis

De eerste Oosterschelde waarneming van de gehoornde slijmvis stamt uit 1998. Sindsdien bleven waarnemingen van deze soort schaars. Dit jaar zijn er echter spectaculair veel exemplaren in de Oosterschelde gezien, tot zelfs meer dan tien exemplaren per duik. Op de wrakken in de Noordzee komen nu ook opmerkelijk grote aantallen gehoornde slijmvissen voor.
De Zeeuwse dijkwerkzaamheden hebben de afgelopen jaren het aantal waarnemingen van steenslijmvissen tot nagenoeg nul gebracht. Deze zomer zijn er lokaal op Tholen weer grote aantallen steenslijmvissen ondiep tussen de breukstenen in de dijkvoet gezien. Voor beide soorten geldt dat waarschijnlijk klimaatverschuiving mede een stuwende kracht is bij de succesvolle vestiging in de Zeeuwse Delta.

Paganelgrondel

De paganelgrondel is voor het eerst in de Oosterschelde waargenomen in 2003. Sindsdien zijn er slechts weinig exemplaren gezien. Dit jaar hebben oplettende waarnemers in Oosterschelde en Grevelingenmeer regelmatig paganelgrondels gezien. Het lijkt er op dat de soort zich nu aan het vestigen is. Waarschijnlijk zitten er hier al veel meer dan er waarnemingen gemeld worden, omdat het een lastig te herkennen en zeer schuwe soort is.

Zwartooglipvis, mul en kortsnuitzeepaardje

Deze soorten lijken typische klimaatschuivers te zijn. Dat deze zuidelijke soorten 's zomers steeds vaker hier waargenomen worden, is waarschijnlijk het gevolg van de langdurige afwezigheid van strenge winters. De zwartooglipvis is de laatste jaren even weggeweest maar is dit jaar weer regelmatig in de centrale en westelijke Oosterschelde gezien. Mul en kortsnuitzeepaard (eerste waarneming Oosterschelde in 2001) zijn ook deze zomer hier weer regelmatig en op meerdere plaatsen waargenomen. Bij Anna Jacobapolder zaten dit najaar zelfs vier kortsnuitzeepaardjes bij elkaar.
Samengevat lijkt het erop dat veranderingen in de leefomgeving en met name klimaatverschuiving, met de langdurige afwezigheid van strenge winters, een stuwende kracht te zijn achter het toenemend aantal waarnemingen van deze fraaie vissoorten in 2017.
Bron: Peter H van Bragt - Stichting ANEMOON, NatureToday
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

BNNVARA LogoWij zijn voor