Bibi Dumon Tak
© Fotograaf Koos Breukel
Vorige week fietste ik bij zonsondergang door Het Nationale Park De Hoge Veluwe. De lucht vertoonde de kleuren van schilderijen die ik even daarvoor in het Kröller-Müller had bewonderd. Je kijkt anders om je heen wanneer olieverf op doek je blik beïnvloed heeft.
Lees hieronder de volledige column:
Intussen gleden mijn ogen van de gloeiende hemel naar het lichtende zand en ik bevond me in een levend schilderij waarin alles, behalve ikzelf, in beweging was. Want ik stond stil en de lucht vlamde en ik verwachtte ieder moment een dravende schim zich los te zien maken van de sparren in de verte.
Waarom ik dat verwachtte? Omdat er een intocht van wolven plaats vindt in ons land. Welk programma je ook beluistert of bekijkt, alles draait om de wolf, zelfs tot in het parlement en de rechtszaal is hij doorgedrongen.
Je voelde zijn weerzin voor het dier van de bladzijde spatten.
Terwijl ik om me heen bleef kijken dacht ik aan een recent artikel in de NRC. Ook dat ging over de wolf. Over wie anders? Aan het woord was de directeur van ons Nationale Park. Je voelde zijn weerzin voor het dier van de bladzijde spatten. De wolf at namelijk zijn moeflons op. Dat lijkt me inderdaad vervelend. Heb je eindelijk een stel kundige tuiniers in je park geïntroduceerd, worden ze aan flarden gescheurd door een stel spijtoptanten die na jaren weg te zijn geweest waren teruggekeerd naar hun oorspronkelijke geboortegrond.
Ooit zei deze directeur in een ander interview: ‘Jacht is mooi. Het is gewoon heel mooi om in de rol van predator te treden.’ Je zou dus denken dat de directeur van het park predatoren zoals de wolf bewonderde. Maar nee, zo is het niet. Om zijn afschuw te laten blijken vertelde hij hoe wolven in Italië ooit bij een drachtige koe stonden te wachten tot ze ging werpen om zich vervolgens op het kalf te storten.
Ja, dat is inderdaad supergemeen van die wolven. En het is niet alleen zielig voor de koe en haar kalf, maar ook voor de boer, want hij stond er waarschijnlijk ook bij de te huilen, zoals je vandaag de dag telkens huilende boeren ziet wanneer het over wolven gaat. En de pers laat die verhalen aan de lopende band zien zodat de wolf iedere dag een slechter en gevaarlijker imago krijgt.
Het is een rotgezicht, maar het is natuurlijk gedrag voor een predator.
Ik zag in een natuurfilm eens hoe een troep leeuwen zich rond een barende zebra had geïnstalleerd. En hoe een kat in de tuin van de buren geduldig onder een nest uitvliegende koolmeesjes zat te wachten tot er een voor zijn pootjes op de grond zou belanden. Gaan we nu zeggen dat de jacht op katten en leeuwen geopend is? Het is een rotgezicht, maar het is natuurlijk gedrag voor een predator. Alleen: door dit soort verhalen wordt de wolf onnodig gestigmatiseerd.
Trouwens, over het stigmatiseren van wolven gesproken. Wat hebben die gemene Italiaanse wolven in hemelsnaam met hun Nederlandse soortgenoten te maken? Waarom haalt de directeur voorbeelden aan van zo ver weg? Bij ons krijgen wolven niet eens de kans een kalf te grijpen. Bij ons staan de meeste boeren namelijk zelf al klaar om het kalf bij zijn moeder weg te grissen. Niet één kalf, maar honderdduizenden per jaar.
Ik ben die middag op de Veluwe tevergeefs op de komst van de wolf blijven wachten. En terwijl om mij heen de pastelkleuren van Pissarro en Signac langzaam doofden en plaatsmaakten voor de sterrenhemel van Van Gogh dacht ik: wat is de hemel boven de Veluwe toch groot en wat is het park eronder klein, niet groter dan een plantsoen, met daarin - als nietige schoffelaar - de directeur. Dus wolf, wat denk je zelf? Je bent bij ons helaas geen rijzende ster, eerder een vallende. Maar ook vallende sterren zien sommige mensen graag. Ze geven je zoveel te wensen, en wat worden we daar gelukkig van.
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.