Kerkuilenkenner Johan de Jong vertelt over de eierenpiek. Meestal krijgt een paartje zo'n vier a vijf eieren, maar in goede muizenjaren legt het kerkuilvrouwtje meer eieren. Het vrouwtje moet een enorme eiwit- en vetreserve opbouwen in haar lichaam voordat ze het eerste ei legt. Als er meer voedsel te krijgen is, dus meer muizen in de buurt, zijn haar reserves groter. Ze legt dan meer eieren.
Als straks de kuikens uit het ei kruipen, moet het mannetje aan het werk. Hij moet eten halen voor de kuikens en voor zijn vrouw, want die blijft op het nest totdat het jongste jong ongeveer 10 tot 12 dagen is. Het is nu heel belangrijk dat het mannetje een voorraad aanlegt.