Geelgors
© Fotograaf Hillebrand Keun
Pam-pam-pam-pammmm, het is misschien wel een van de meest herkenbare werken uit de westerse klassieke muziek. De vijfde symfonie van Ludwig van Beethoven. De eerste noten van dit stuk zullen bij vogelaars bekend in de oren klinken: het geluid lijkt verdacht veel op dat van de geelgors. Dit is dan ook het makkelijkste ezelsbruggetje voor het herkennen van het geluid van dit kleine gele vogeltje.
'Hij klinkt een beetje schor, alsof hij eigenlijk moet hoesten maar daarvoor nog even een liedje zingt' legt Henk Meeuwsen, vogelzangexpert uit. Het is een beetje een raspend geluid. Ze zitten vaak op een tak in het struikgewas, een 'zangpostje' genoemd, bij het open veld te zingen. De zang is vrij herkenbaar en is nog het meest te verwarren met een pimpelmees of een vink. 'De vink begint ook met een paar korte opeenvolgende tonen, maar eindigt met een krulletje. De geelgors eindigt met een langere, vaak lagere maar soms ook hogere toon.' zegt expert Dick de Vos. Een beetje zoals Beethoven dus.
Anton Schndler, de secretaris van de componist, heeft het motief van de vijfde symfonie omschreven als 'het Noodlot dat aan de deur klopt'. Maar veel Beethovenkenners zeggen dat dit waarschijnlijk door Schindler zelf verzonnen is. Veel muziekhistorici denken dat het hoofdmotief gebaseerd is op de zang van de geelgors. 'Er is nogal wat discussie over' zegt de Vos. 'Maar het is hoe dan ook een heel leuk ezelsbruggetje.'
Thema's:
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.