Rivieren en beken leveren veel voedingsstoffen aan. In de Middeleeuwen wist men dat al. Stukken grond langs een beek werden bevloeid met water uit de beek, door eenvoudigweg een dam in het water te leggen. Het vruchtbare slib diende als voedingsstof voor de bodem. Hetzelfde geldt voor maaisel uit natuurgebieden. In deze tijd worden (schoon) bagger uit rivieren en maaisel uit de natuur gezien als afvalstroom, mede dat rivierslib jarenlang vervuild is geweest. Natuurorganisaties moeten betalen om hun maaisel te laten afvoeren naar de vuilverbrandingsinstallatie. Maar door het milieubeleid van de laatste decennia heeft ervoor gezorgd dat riviersediment schoner is geworden en weer kan worden ingezet om op het land te brengen.
In samenwerking met onder andere Landschap Overijssel en het Nederlands Instituut voor Ecologie NIOO is groene denker Tom Bade een proef begonnen met ‘Brickz’. Van schone bagger (riviersediment) en maaisel maakt hij blokjes, dier verrijkt wordende humus, kalk, of schimmels. De blokjes kunnen bijvoorbeeld bij de aanplant van bomen als extra voedingsstof, als bodemverbeteraar gebruikt worden. De Brickz vervangen daarmee bijvoorbeeld potgrond, die bij veel teelten wordt gebruikt. Potgrond kunt uit afgegraven hoogveengebieden, waarbij grote hoeveelheden van de broeikasgassen methaan en kooldioxide vrijkomen.