Meerdere aangespoelde bruinvissen blijken een lange, pijnlijke dood te zijn gestorven door een bacterie die ze opliepen bij aanvallen door grijze zeehonden. Dat meldt de Universiteit Utrecht na onderzoek samen met onder meer Scotland’s Rural College, het Animal and Plant Health Agency in het Verenigd Koninkrijk en de Erasmus Universiteit. De onderzoekers waarschuwen ook voor een potentieel risico voor mensen, aangezien die eveneens geïnfecteerd kunnen raken met de bacterie.
De bacterie, Neisseria animaloris, werd aangetroffen in verwondingen bij bruinvissen die in Schotland, Engeland, Nederland en België waren aangespoeld. Neisseria animaloris werd eerder in verband gebracht met infecties bij mensen na hondenbeten.
De onderzoekers achtten het echter onwaarschijnlijk dat de bruinvissen waren gebeten door een hond. Vervolgonderzoek wees uit dat de bruinvissen waren aangevallen door grijze zeehonden, en dit aanvankelijk hadden overleefd. "Een roofdier is nooit 100 procent succesvol in zijn aanvallen. Er zijn altijd wel dieren die ontsnappen. Maar voor deze bruinvissen liep het niet goed af: door hun bijtwonden hebben ze alsnog een lange, pijnlijke dood gehad", aldus hoofdonderzoeker in Nederland Lonneke IJsseldijk.
Bruinvissen vallen vaak ten prooi aan grijze zeehonden; bij deze kleine walvissensoort behoren aanvallen door zeehonden tot de meest voorkomende doodsoorzaken.
De bacterie is ook gevaarlijk voor mensen, waarschuwen de onderzoekers. "Mensen moeten op hun hoede zijn als ze nieuwsgierige zeehonden tegenkomen op het strand of als ze aan het zwemmen zijn", zegt IJsseldijk.