Al meer dan vijftig jaar probeert men hem uit te roeien, maar tevergeefs. De Amerikaanse vogelkers tiert nog steeds welig in onze natuurgebieden. Maar wat blijkt nu na uitvoerig onderzoek: Het vijfstippelig struikhaantje, een kever, is dol op deze uitheemse soort. En verkiest hem zelfs boven zijn oude habitat: de lijsterbes.
Begin twintigste eeuw werd de Amerikaanse vogelkers (
Prunus serotina
) in grote delen van de Nederlandse naaldhoutbossen aangeplant. De struik zou de humus verbeteren en bovendien de dennen tot grote hoogte laten groeien door de schaduwwerking van deze struik.
Plaag
In de jaren vijftig bleek dat de struik het hier uitstekend naar zijn zin had: er werd al snel gesproken van plaagvorming. Staatsbosbeheer ging over tot bestrijding van deze soort. Diverse chemische middelen werden ingezet maar de Amerikaanse vogelkers te bestrijden. Zonder succes. De Amerikaanse vogelkers werd in de volksmond dan ook al snel bospest genoemd. Jaarlijks worden er nog steeds tientallen miljoenen euro’s uitgegeven aan de bestrijding ervan.
Maar de struik blijkt niet alleen maar slecht te zijn voor de Nederlandse natuur. Onder leiding van evolutiebioloog Menno Schilthuizen werd er in 2007 een onderzoek gestart naar Nederlandse insecten en hun relatie tot uitheemse plantensoorten.Tijdens veldstudies ontdekten de onderzoekers dat maar liefst 64 verschillende insectensoorten van Amerikaanse Vogelkers eten, meer dan anderhalf keer zoveel als de inheemse vogelkers,
Prunus padus
.
Kever past zich aan
Een van de soorten, het vijfstippelig struikhaantje (
Gonioctena quinquepunctata
), een kevertje dat oorspronkelijk leeft van lijsterbes, is in de jaren 90 al overgestapt op de Amerikaanse Vogelkers. De onderzoekers lazen het complete DNA van de kever af en ontdekten enkele genen die verschillen tussen de lijsterbes- en vogelkers-etende kevers. Dat duidt erop dat de kever bezig is zich evolutionair aan de Amerikaanse vogelkers aan te passen.
Chemische afweer
Andersom lijkt het er ook op dat de Amerikaanse vogelkers zelf geëvolueerd is sinds hij zich in ons land gevestigd heeft. Zo werd ontdekt dat de chemische afweer van de Amerikaanse vogelkers in Nederland anders is dan die in Noord-Amerika. De Nederlandse planten lijken minder van het giftige blauwzuur te produceren en dat bovendien te doen met een andere mix van blauwzuur-producerende moleculen.
Dat deze plantenetende insecten zich vestigen op de Amerikaanse vogelkers kan er mogelijk op termijn voor zorgen dat de insecten de boom onder duim zullen houden en het invasieve karakter ervan verdwijnt.