De adder is het officiële symbool van Nationaal Park de Meinweg. Maar dit pronkstuk heeft het niet makkelijk in het gebied, na de extreem droge zomer van 2018. Adders houden van natte natuur en helaas heeft ook dit Limburgse natuurgebied heeft veel last van verdroging. Samen met adderexpert Ton Lenders gaan we op zoek naar de koning van de Meinweg.
Reddingsplan voor de adder
Naar schatting leven er ongeveer vierhonderd exemplaren op de Meinweg. Ooit leefden er een veelvoud van dit aantal. Daarom is jaren geleden (in 2002) het ‘Beschermingsplan adder in Limburg’ gestart, door Ton Lenders, om te voorkomen dat de adderpopulatie nog verder terugloopt. Ton Lenders is de reptielenman van de Meinweg, die al sinds 1976 onderzoek doet aan de adders. Wat is er gedaan? Het leefgebied van het reptiel is uitgebreid, door bijvoorbeeld het kappen van bomen en het verbinden van de verschillende deelpopulaties binnen de Meinweg. Ook zijn er zogeheten ‘addercorridors’ in bosgebieden aangelegd.
Levendbarend
Adders voeden zich met kleine zoogdieren, amfibieën, vogels, wormen en insecten. Man en vrouw zijn te herkennen aan de donkere zigzagstreep (zwart bij man, rood bij vrouw) op de rug. Vrouwtjes worden ongeveer 70 cm lang, mannetjes 65 cm. Om de twee jaar baart het vrouwtje zeven tot veertien jongen. Adders zijn giftig, enige gifslang van Nederland. Ook de gladde slang komt voor op de Meinweg, dat is geen gifslang.
De adders houden van een zonnetje, maar het moet ook niet te warm worden. Ze leven bij voorkeur in vochtige heide, in hakhout en in bosjes langs bosranden. Na de extreem droge zomer van dit jaar is het natuurgebied behoorlijk verdroogd. Dat is slecht nieuws voor de adder.