Zo’n tien jaar geleden nog ging het niet goed met de 21 albatrossoorten op de wereld: van de majestueuze vogels van de zuidelijke oceanen vielen elk jaar zo’n 100.000 ten prooi aan de zogeheten longline-visserij. Trawlers die op voornamelijk tonijn vissen met een 50 kilometer lange kabel achter zich aan, met om de paar meter haken met aas als vis en inktvis. Ook lekker hapjes voor albatrossen, die massaal met hun snavel vast kwamen te zitten aan die haken en verdronken.
Dankzij actie van Birdlife International, waar ook Vogelbescherming Nederland aan mee heeft gedaan, zijn de meeste vissers op een andere manier gaan vangen. Dat klinkt eenvoudig, maar er is heel veel inspanning voor nodig geweest om met lokale vissers en overheden deze afspraken te maken. De longline bevat nu minder haken en wordt door middel van geleiding zo’n 10 meter onder het wateroppervlak gehouden, zodat albatrossen er niet meer naar toe gelokt worden.
Volgens fotograaf en albatrossenkenner Otto Plantema, die al 40 jaar de albatros volgt, heeft de actie succes gehad: met veel soorten gaat het veel beter. Het aantal slachtoffers van de longline-visserij is teruggedrongen van 100.000 naar zo’n 5.000 à 10.000 per jaar. Toch moeten we deze bijzondere vogelsoort in de gaten blijven houden, zegt Plantema. Andere bedreigingen zijn er nog steeds. Denk aan de voor veel vogelsoorten desastreuze hoeveelheden plastic die de dieren binnenkrijgen. De vaak onbewoonde eilanden waar albatrossen vrijuit hun jongen kunnen groot brengen, moeten vooral vrij blijven van ratten en muizen, die de kuikens opvreten.