De hooikoortsplant en akkeronkruid alsemambrosia is sinds begin deze eeuw sterk toegenomen met hotspots in steden, natuur en agrarisch gebied. Uit een experiment met mechanische bestrijding in een akker blijkt dat het aantal zaden in de bodem terug te brengen is maar het kost vele jaren. Het aantal ambrosiazaden in zaadmengsels is door normering en controle sterk teruggebracht.
Aantal geregistreerde waarnemingen
Uit een analyse van alle waarnemingen van alsemambrosia in de periode 1975 tot en met 2015 blijkt dat de hooikoortsplant en akkeronkruid sinds het begin van deze eeuw sterk is toegenomen, hoewel de soort de laatste twee jaar weer minder vaak gevonden wordt. Op een groot aantal plaatsen heeft de plant zich gevestigd en komt hij tot zaadzetting. De hotspots liggen momenteel in stedelijke omgeving, maar ten dele ook in natuurgebied of agrarisch gebied. In vijf procent van de plaatsen waar hij wordt aangetroffen staan meer dan 50 planten. Het merendeel van de meldingen heeft echter betrekking op enkele exemplaren of kleine aantallen planten in particuliere tuinen. De onderzoekers roepen het Nederlandse publiek op om waarnemingen van ambrosiaplanten te melden (liefst met foto) via Natuurkalender.nl, Waarneming.nl of via de iPhone app Ambrosia Melder of de Android app Ambrosia alert. Een volwassen plant kan tot 1,6 miljard pollen produceren. Aangezien het pollen sterk allergeen is en hooikoortsklachten kan veroorzaken is het verstandig de plant al voor de bloei te verwijderen.
Mechanische bestrijding ambrosia succesvol
Een enkele plant kan tot vierduizend zaden produceren die veertig jaar kiemkrachtig kunnen blijven. Uit onderzoek van de NVWA in samenwerking met Staatsbosbeheer blijkt dat het aantal alsemambrosia planten en de zaadbank in de bodem te verkleinen is met mechanische middelen en zonder bestrijdingsmiddelen. Het is echter een langdurig proces dat vele jaren volgehouden moet worden. Het onderzoek vindt plaats op een akker van Staatsbosbeheer in een natuurgebied in Bergeijk. Daar werd in 2010 een grote populatie alsemambrosia aangetroffen die er mogelijk als gevolg van een verontreinigd zaadmengsel voor een bloemrijke berm terecht waren gekomen. Sinds 2014 wordt er extra intensief mechanisch bestreden. Dit houdt in dat er extra geschoffeld wordt en na de oogst wordt de grond tot de vorst invalt twee tot drie keer extra geëgd. Daarnaast worden de akkerranden gemaaid en het maaisel afgevoerd. Een à twee keer per jaar worden de planten die niet weggemaaid zijn handmatig verwijderd. Uit jaarlijkse tellingen van het aantal zaden in de bodem blijkt dat de zaadvoorraad duidelijk afneemt maar dat het langzaam gaat en er dus een lange adem nodig is om alsemambrosia terug te dringen.
Sterke afname in aantal ambrosiazaden
Aangezien het beheer moeizaam is wordt er op Europese schaal geprobeerd om een belangrijke bron van verspreiding sterk in te perken. In 2012 is afgesproken dat zaadmengsels voor buitenvogels niet meer dan 50 milligram ambrosiazaden per kilogram mogen bevatten. Dit komt neer op 15 tot 30 zaden per kilo. Als onderdeel van het Nationaal Plan Diervoeders van de NVWA vindt monitoring plaats naar de aanwezigheid van ambrosia in strooivoeders voor buitenvogels. Hiervoor laat de NVWA het RIKILT (Wageningen UR) jaarlijks onderzoeken hoeveel ambrosiazaden er in zaadmengsels zitten die op de Nederlandse markt verkocht worden. In 2012 bleek dat 27 procent van de zaadmengsels boven de norm zat. In de jaren daarna liep dat sterk terug. In 2015 bleek slechts nog maar 2 procent van de mengsels boven de norm te zitten. Ondanks dat maar een zeer klein deel boven de norm zat in 2015 werden wel in 19 procent van de zaadmengsels ambrosiazaden aangetroffen. Dat was in 2012 nog 45 procent. Het risico op het verspreiden van ambrosiazaden via zaadmengsels is dus sterk verkleind maar zeker nog niet helemaal weggenomen. Het blijft dus belangrijk om alert te zijn op het opkomen van ambrosia bij gebruik van vogelvoer in de buitenlucht.
Ambrosia in bloei
De groeicondities waren de afgelopen week optimaal met een daglengte die korter is dan 14 uur en maximumtemperaturen rond de 30 graden. De afgelopen week zijn de eerste ambrosiaplanten in bloei gezien en dat aantal zal de komende week sterk stijgen. Vanwege het nog steeds beperkte aantal planten zal de pollenconcentratie in de lucht nog zeer laag blijven en enkel lokaal bij de hotspots op kunnen lopen. Uit een recent gepubliceerde studie van het LUMC bleek dat de pollenconcentratie onverwacht op kan lopen door langeafstand transport van pollen door de lucht. Op 4 en 5 september 2014 trof het LUMC in haar pollenval 30 pollen per kubieke meter lucht aan. Ze bleken afkomstig vanuit de Pannonische vlakte (Hongarije, Servië) en Oekraïne.
Tekst: Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University; Jenneke Leferink & Johan van Valkenburg, NVWA; Baudewijn Odé, FLORON; Maurice Martens & Herman van Wissen, Pollennieuws.nl/Flora van Nederland; Letty de Weger, LUMC
Meer informatie over ambrosia is te vinden op www.ambrosiavrij.nu .