Kevers leven verstopt in de grond of in de begroeiing. Met hoog water laten ze zich naar boven drijven, omdat ze anders zouden verdrinken. Door de stroming van de rivier spoelen de kevers aan op de rivierstrandjes van de Neder-Rijn en de Waal.
Transport via water
Na een hoge waterstand zijn er daardoor grote aantallen kevers te vinden op de rivierstranden. Ze zitten tussen de ‘troep’ die op de strandjes aanspoelt, zoals plantenresten en plastic afval. De meeste soorten komen uit de uiterwaarden uit de buurt, maar er zitten ook soorten tussen die over een grotere afstand door het water zijn meegevoerd.
Kevers zeven
Al sinds de negentiende eeuw is naar kevers zoeken in het aanspoelsel een bekende methode om kevers te verzamelen. Entomoloog (keverdeskundige) Oscar Vorst struint regelmatig langs rivierstranden om te kijken welke kevers er aanspoelen. Met een ‘keverzeef’ worden de kevers uit het aanspoelsel gefilterd.
Kever zonder vleugels
Een van de keversoorten die zich via het water verspreidt, is het ongevleugeld lieveheersbeestje. De soort is relatief nieuw in Nederland; pas in 2014 is er in Ommen voor het eerst een gezien. Deze kever kan niet vliegen, maar wel goed drijven en is ongetwijfeld ooit via de Rijn ons land binnengekomen. Tijdens de opnames is er een aantal ongevleugeld lieveheersbeestjes gevonden op de rivierstranden rondom fort Pannerden. Dit lieveheersbeestje was hier nog niet eerder gemeld!