Het zijn de meest voorkomende dieren ter wereld, maar voor de meeste mensen zullen ze volkomen onbekend zijn: aaltjes of nematoden. Deze kleine wormen leven in de bodem en komen vrijwel overal voor. En ze zijn dol op schimmels en bacteriën.
Voor het eerst is er een groot internationaal onderzoek gedaan naar dit bodemdier. En dat heeft veel verrassende resultaten opgeleverd. Vroege Vogels spreekt met een van de onderzoekers, Wim van der Putten van het Nederlands Instituut voor Ecologie.
Kou vs warmte
Het onderzoek is deze week verschenen in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Nature. Een van de ontdekkingen is dat opmerkelijk genoeg de grootste aantallen van deze bodemdieren niet voorkomen in de Tropen, maar juist in koude Arctische gebieden. Dus op de plek waar de relatief de hoogste biodiversiteit is, leven de minste exemplaren. Kortom, aaltjes houden van kou.
Klimaat
Volgens de onderzoekers kunnen aaltjes een cruciale rol gaan spelen in de toekomst van het klimaat. Als de wereld verder opwarmt door klimaatverandering worden de aaltjes uit de noordelijke gebieden een stuk actiever dan ze nu zijn. Gevolg is dat ze meer schimmels en bacteriën gaan eten. En dat zorgt ervoor dat er meer voedingsstoffen vrijkomen en de afbraak van het veen in de Arctische gebieden kan versnellen. Met als gevolg een hogere uitstoot van broeikasgassen. Wim van der Putten: "Deze studie versterkt het idee dat we er alles aan moeten doen om de huidige klimaatverandering tegen te gaan.
Aaltjes zijn zogenaamde rondwormen, die leven in de bodem. Een bekende geslacht zijn de aardappelcystenaaltjes. Deze rondwormen leven in de grond en in wortels van gewassen als aardappel en tomaat. Ze kunnen de wortels hiervan beschadigen en zorgen dat de plant snel verouderd. Daarom worden dergelijke aaltjes door veel boeren gezien als een plaag en worden ze bestreden.