In Botshol huist een aalscholverkolonie van zo’n 150 paren. Ze hebben hun nesten gebouwd in een afgesloten gebied, genaamd de Kloosterkolk. Overdag is het opvallend rustig in de kolonie. De aalscholvers zijn op pad om voedsel te vinden.
Toegenomen populatie
Het gaat goed met de aalscholver in Nederland. De vogels hadden te lijden onder eeuwenlange vervolging en verontreinigd water, maar sinds midden jaren zeventig zijn de aantallen sterk toegenomen. Het is een soort die zich makkelijk aanpast. De aalscholver kun je dan ook overal tegenkomen, van het IJsselmeer tot in de stad.
‘Dagjesmensen’
Overdag trekken de aalscholvers naar hun vaste voedselterritorium. Vooral in de broedtijd zijn de aalscholvers druk met het verzamelen van voedsel van de jongen en vliegen ze veel heen en weer. Grote groepen zijn te vinden bij het IJmeer en het Gouwmeer, waar ze gezamenlijk jagen op vis. Andere aalscholvers zijn meer op zichzelf, en trekken alleen naar hun eigen jachtgebied.
Amsterdam
Gedurende de dag zijn er ook enkele aalscholvers in de stad te vinden. Ze schuwen de drukte niet. In Amsterdam, niet ver van Botshol, zitten ze voornamelijk bij het IJ, de Amstel en in het Flevopark. Ze duiken ook op in de buurt van de dierentuin, waar ze vis pikken van hun gekortwiekte soortgenoten.