Het is dit jaar 45 jaar geleden dat in Nederland de eerste stappen werden gezet om met windmolens elektriciteit op te wekken. Op het Europese jaarcongres voor de ‘windindustrie’, Wind Europe in de RAI, kijken we waar we sindsdien zijn gekomen.
Eerste windturbine
Die eerste Nederlandse molen, of eigenlijk turbine, werd gebouwd in de schuur van Henk Lagerweij. "Na een de zware storm van 25 november in 1972 bedacht ik dat die wind meer moest kunnen bieden dan alleen maar vernieling. Voor 15 gulden kocht ik een dikke omgewaaide boom van Staatsbosbeheer, en bouwde daar mijn eerste molen van. Omdat ik elektrotechniek had gestudeerd wist ik ook hoe ik hem op het elektriciteitsnet aan moest sluiten. Een warempel: de elektriciteitsmeter begon terug te draaien toen het waaide!"
Nu, 45 jaar later worden op de beurs in de RAI molens gepresenteerd met een vermogen van tien miljoen watt en meer, die voldoende stroom kunnen produceren voor vele duizenden huishoudens. Het zijn high tech bouwwerken geworden met de omvang van meer dan de Eiffeltoren.
Uitdaging
Chris Westra, net als Lagerweij een pionier op het gebied van windenergie, ziet de grootste uitdagingen van de toekomst ook niet meer in de molens zelf, maar vooral in de aansluiting op het net. "Er zullen vooral op zee steeds meer en steeds grotere windparken komen. We zullen slimme manieren moeten bedenken om die stroom bij de huizen te krijgen en ook om die stroom op te slaan wanneer het harder waait en er meer stroom wordt geproduceerd dan we op dat moment nodig hebben."