Van bloeiende paardenkastanjes tot de eerste vinkenslag. Al 150 jaar wordt er in Nederland systematisch de fenologie bijgehouden. Ofwel de studie van de eerstelingen en laatstelingen in de natuur. Het begon ooit met een groep vrijwilligers, die onder de vleugels van het KNMI enkele tientallen planten en bomen in de gaten gingen houden. Het ging toen om soorten als de bosaardbei, de acacia, bosanemoon, Gelderse roos, en witte dovenetel. De allereerste melding was op 8 februari 1868, de melding van een bloeiend sneeuwklokje in Oost Capelle in Zeeland.
Arnold van Vliet van de Wageningen Universiteit gebruikt al deze data in zijn Natuurkalender. Al sinds 2001 onderzoekt hij de relatie tussen klimaatverandering en natuurlijke fenomenen. Zijn studie laat zien dat sommige soorten erg klimaatgevoelig zijn.
De vroege voorlentebloeiers zoals hazelaar, gewoon sneeuwklokje, zwarte els en gele kornoelje bloeien dit jaar gemiddeld een maand eerder dan normaal door de zeer hoge temperaturen in de afgelopen maanden. De vorst van de afgelopen dagen heeft een vertraging veroorzaakt van naar schatting een week. We verwachten dat de eerstvolgende voorjaarsbloeiers zoals klein hoefblad, speenkruid, maarts viooltje en bosanemoon zo'n drie weken eerder dan normaal bloeien. De eerste waarnemingen van speenkruid en klein hoefblad zijn al via Natuurkalender.nl doorgegeven. Van maarts viooltje verwachten we de aankomende week de eerste bloeiwaarnemingen.
2018 begon extreem zacht
De hazelaar begon in januari al te bloeien, net als narcissen, sneeuwklokjes en heel veel andere soorten. Ook allerlei insectensoorten waren al actief, bijenvolken reinigden hun kast. Volgens Arnold van Vliet was in januari de voorlente begonnen. Met de vorstnachten van de afgelopen weken is de natuur weer een beetje op slot gegaan. Voor sommige dagvlindersoorten, maar ook voor planten kan dat funest zijn.