Noah Baumbach (Marriage Story, The Squid and the Whale) verrast en verwart met vervreemdende satire.
Foto credits: Wilson Webb / Netflix
Op het eerste gezicht lijkt White Noise een ietwat ongebruikelijke toevoeging aan het werk van Noah Baumbach ( Marriage Story , The Squid and the Whale ). Niet alleen is het verhaal ditmaal niet gebaseerd op een origineel script, maar op een roman van Don DeLillo ( Cosmopolis ); White Noise is ook vreemder en afstandelijker dan dat we normaal van de meester van de wrange maar doortastende drama’s gewend zijn.
Het verhaal volgt universiteitsprofessor Jack Gladney (Adam Driver, Star Wars , Marriage Story ) en het samengestelde gezin dat hij samen met echtgenote nummer vier, Babette (Greta Gerwig, Frances Ha , regisseur Little Women ), onderhoudt. Jack doceert Geavanceerd Nazisme, Babette geeft fysio aan bejaarden. Het is 1985 en alles kabbelt rustig voort. Maar een gebeurtenis met vrijgekomen giftige gassen (een ‘airborne toxic event’) en Babettes mysterieuze pillenverslaving zetten de familierelaties op scherp.
Natuurlijk, 1985 is al een tijdje (bijna veertig jaar!) geleden, maar toch voelen de jaren tachtig in White Noise anders dan anders. Het is alsof je terechtgekomen bent in een alternatieve realiteit, waar buitenaardse wezens doen alsof ze de menselijke hoofdrolspelers in een jaren-tachtig-film zijn, waar tv-reportages over kettingbotsingen en vliegtuigongelukken worden gezien als prima familievermaak en waar de supermarkt wordt opgehemeld als een heilzame plek waar mensen hun spiritualiteit opnieuw kunnen opladen. Wanneer iedereen uit de buurt moet evacueren vanwege de giftige gaswolk die langzaam maar zeker hun kant op drijft, ligt de hele straat bezaaid met omvergereden vuilnisbakken (want hoe laat je anders zien dat dit echt een noodgeval is?).
Baumbach was in zijn eerdere films zeker niet blind voor de absurditeiten van de mens, maar pure satire zijn we niet van hem gewend. Tegelijkertijd is het niet moeilijk te begrijpen wat hem aantrok in het werk van DeLillo. Zo delen ze een zelfde soort gortdroge humor. Zoals het feit dat Gladney, ‘de meest prominente Hitler-geleerde in Noord-Amerika’, de Duitse taal niet machtig is, of dat de oudste zoon (Sam Nivola) alles dat de radio verkondigt als absolute waarheid ziet, ten koste van zijn eigen waarnemingen en zijn gezonde verstand. Is dit regen op de voorruit? De radio zegt van niet. Het doet denken aan een scène in The Squid and the Whale , waarin Walt (Jesse Eisenberg) de novelle De Gedaanteverwisseling ‘kafkaësk’ noemt. De reactie van zijn vriendin: ‘Dat moet ook wel: Kafka heeft het geschreven’.
Ook past dit verhaal prima in het rijtje van Baumbachs eerdere films over hoogopgeleide witte mannen, achter wiens grote, intellectuele ego’s toch dezelfde universele angsten en alledaagse onzekerheden schuilgaan.
Onze nieuwsbrief ontvangen? Iedere vrijdag de nieuwste series en films in je inbox! Meld je hier aan.
In White Noise is sterfelijkheid de rode draad. ’s Avonds in bed bieden Jack en Babette tegen elkaar op wiens dood straks de grootste leegte bij de ander achterlaat en wie er dus het meeste ‘recht’ heeft om als eerste te sterven. Wanneer Jack wordt verteld dat zijn levensverwachting, door blootstelling aan de giftige gaswolk, nu de helft korter is, is deze mededeling zowel schokkend als nietszeggend. Hoe moet je rouwen om verloren tijd, als je niet weet hoeveel tijd je eerst nog had?
Ongeacht wat Jack en Babette doen, de dood komt elke dag een stapje dichterbij. Alles eromheen is ruis. Toch ploeteren ze voort. Wat kunnen ze anders?