Waarom kijken mensen in hemelsnaam naar De slechtste chauffeur van Nederland? Sociaalpsychologen over de kracht van leedvermaak-tv – en wat dat met ons zelfbeeld doet.
Automobilisten hebben de neiging hun eigen rijkunsten schromelijk te overschatten. We weten dat al jaren. In de jaren 60 werd het effect al aangetoond door mensen die betrokken waren bij auto-ongelukken in het ziekenhuis in Seattle te ondervragen naar hun rijgedrag. Een controlegroep (met vergelijkbare mensen, alleen hadden deze mensen geen brokken gemaakt) kreeg dezelfde vragen. De automobilisten in beide groepen bleken zichzelf bovengemiddeld goede chauffeurs te vinden; de betrokkenheid bij een auto-ongeluk deed daar niets aan af, de schuldvraag evenmin. Na het Seattle-onderzoek hebben verschillende wetenschappers hetzelfde aangetoond: of we nou kunnen rijden of niet, we vínden bijna allemaal dat we uitstekend rijden. Inderdaad, een vrij zorgelijk fenomeen in het licht van verkeersveiligheid.
‘Mensen willen zichzelf superieur voelen ten opzichte van anderen. En ze zullen zelfbeelden van zichzelf creëren, en een sociale realiteit, net zover als fysieke en sociale realiteit toestaat,’ schreef sociaalpsycholoog George Goethals in 1991. Hij bedoelt dus eigenlijk: op álle vlakken in het leven liegen we tegen onszelf om onszelf beter te voelen – net zodat het nog nét geloofwaardig is.
Collega Daniel Gilbert kwam in 1995 met een studie, die in het kort suggereert dat we in twee stappen vergelijken: eerst het vergelijk zelf, dat gaat min of meer automatisch. Vervolgens (en nu komt stap twee) ontdoen we in ons hoofd het vergelijk van alles waar we slechter vanaf komen. En zo voelen we ons altijd superieur.
Terug naar het rijgedrag en hoe we naar onszelf kijken. Psycholoog Michael Roy ontdekte in 2013 ook dat mensen zich een super-autorijder vinden – tot zover niets nieuws. Maar (en nu komt het): ze bepalen zélf wat hen een perfecte automobilist maakt. Mensen die te hard rijden zonder ongelukken te maken (en ondertussen ook nog een appje kunnen sturen) voelen zich júist een heel goeie automobilist, omdat ze dat allemaal tegelijkertijd kunnen. Mensen met een andere rijstijl vinden zich juist weer een goede automobilist omdat ze zich zo netjes aan de regels houden en niemand in gevaar brengen.
In dat licht is De slechtste chauffeur van Nederland ook gefundenes Fressen voor al die zogenaamd geweldige automobilisten; elke week worden ze op hun wenken bediend met automobilisten die vergeten hun handen aan het stuur te houden of bukken als ze ergens onderdoor rijden – daarmee wordt hun eigen gelijk immers bevestigd. ‘Neerwaarts vergelijken’ heet in de psychologie dit fenomeen: je vergelijkt jezelf met iemand die slechter af is, en voelt je (in het geval van dit tv-programma) even lekker superieur. ‘Vooral mensen met een laag zelfbeeld hebben de neiging om zichzelf te vergelijken met mensen met minder geluk,’ schrijft Sonja Lyubomirsky (hoogleraar psychologie aan de universiteit van Californië, ze doet al decennia onderzoek naar geluk) in 1997.
En geldt er nog zoiets als leedvermaak? Lachen om slecht rijgedrag? Voor een deel van de kijkers speelt dit mee. ‘Mensen die zich chronisch slecht over zichzelf voelen, hebben de neiging om eerder en meer leedvermaak te voelen,’ zegt leedvermaak-expert Wilco van Dijk van de Vrije Universiteit. ‘Als je mensen tijdelijk bedreigt in hun zelfwaarde, voelen ze daarna ook meer leedvermaak.’
Van Dijk toonde dat aan met een ander RTL-programma: Idols. Hij liet een groep studenten een test maken, de uitslag volgde direct. Erg eerlijk werd de test niet nagekeken; de ene groep kreeg een slechte score (nou ja, slechter dan gemiddeld), de andere groep scoorde bovengemiddeld. Je zou kunnen zeggen: hun zelfbeeld kreeg even een slinger, naar boven of naar beneden, door deze test. Vervolgens keken de testpersonen een aflevering van de tv-talentenjacht Idols, waar erg slechte zangers auditie doen en een vakjury hen genadeloos afserveert wegens gebrek aan talent. De groep die de test zogenaamd slecht had gemaakt, had duidelijk meer leedvermaak dan de zogenaamd knappe koppen.
‘Bij het Idols-onderzoek vonden we het sterkste effect bij mensen die een negatieve feedback gaven op de test, en die van zichzelf al laag scoorden bij zelfevaluatie,’ zegt Van Dijk nu. ‘Dat zijn mensen die zich al chronisch niet goed voelen over zichzelf. Bij die mensen zeiden we dan ook nog eens dat ze een test slecht gemaakt hadden. Die mensen krijgen een dubbele klap; zij voelen de meeste bedreiging en hebben het meeste leedvermaak.’ Voor die mensen kan Idols of De slechtste chauffeur van Nederland, dus werken als leedvermaak-tv. ‘Mensen die zich goed voelen over zichzelf, hebben een buffer voor de bedreiging tegen negatieve feedback op zo’n test.’ Of: mensen die toch al een goed gevoel hadden over zichzelf, kun je zeggen dat ze een of andere test slecht maken, maar daarna krijgen ze niet direct de behoefte om naar iemand kijken die zo vals zingt als een kraai. Of naar iemand die – in het geval van De slechtste chauffeur – krankzinnig gevaarlijk autorijdt.
En zo speelt De slechtste chauffeur van Nederland in op twee behoeften. Allereerst bevestigt het ons zelfbeeld van superieure chauffeurs – dat is voor iedereen leuk, want we wanen ons zo’n beetje allemaal superchauffeur. Ten tweede is het leedvermaak dat we kunnen ervaren door die oelewappers van een chauffeurs. Maar die laatste behoefte is er vooral bij mensen die toch al slecht over zichzelf dachten.
De slechtste chauffeur van Nederland, elke woensdag op RTL 5.