© Netflix
Documentaire over roemruchte Franse dief oogt bij vlagen als een actiefilm maar slaagt er niet in om dieper in de psyche van de hoofdpersoon te duiken.
Moet je een beroepscrimineel een podium bieden? Die vraag had misschien centraal moeten staan in Vjeran Tomic: The Spider-Man of Paris. Filmmaker Jamie Robert maakte namelijk een tamelijk kritiekloos portret van de dief die in 2010 vijf peperdure schilderijen uit het Parijse Musée d’Art Moderne wist te ontvreemden. Aan het begin van de film verkondigt Tomic smakelijk dat hij geen spijt heeft van stelen van de rijken – in de welgestelde buurten van de Franse hoofdstad maakte hij ook graag zijn slachtoffers. Als kijker denk je: maar gaf Tomic zijn geld dan aan de armen? Nee. Hij gaf het uit aan goed eten en sekswerkers.
Hoewel hij wel regelmatig met een thuisloze meneer ging eten. Dat blijkt echter te liggen aan het feit dat Tomic geen vrienden heeft. Niettemin oogt de documentaire eerst nog als een kruising tussen Lupin, To Catch a Thief en Snatch. Gaandeweg krijg je echter medelijden met Tomic: een pathetische vent die zijn roof (de schilderijen vertegenwoordigden zo’n 104 miljoen euro) ziet als de kroon op zijn carrière. Dat hij werd opgepakt en veroordeeld maakt hem niets uit. Eigenlijk zou je willen dat Robert op de momenten dat Tomic stoer over zichzelf raaskalt probeert dieper in de psyche van de crimineel te duiken.
© Gael Turpo / Netflix
Robert toont wel flarden uit Tomic' jeugd, maar komt niet verder dan een paar loze verklaringen (zijn moeder was afwezig in zijn jeugd nadat ze gewond raakte bij een auto-ongeluk) voor het abjecte gedrag van de hoofdpersoon. Waar Tomic wel van houdt is aandacht, en die krijgt hij met deze film volop. Maar waar Roberts creatie verder toe dient? Joost mag het weten.
Vjeran Tomic: The Spider-Man of Paris, vanaf vrijdag 20 oktober 2023 bij Netflix
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief