Logo VARAgids
Alles over tv, series, films en podcasts

The Trial of Christine Keeler: een schandaal rond seks en spionage

  •  
15-04-2021
  •  
leestijd 8 minuten
  •  
1572 keer bekeken
  •  
Christine Keeler
Een seks- en spionageaffaire achtervolgde het Britse model Christine Keeler. Een nieuwe serie belicht de zaak eindelijk vanuit het vrouwelijke perspectief.
Bij de uitvaart van Christine Keeler, eind 2017 in Londen, sprak haar zoon Seymour Platt enkele memorabele woorden ten overstaan van zo’n veertig aanwezigen. ‘Ik heb haar nooit gekend als Christine Keeler. Ik kende haar als mams, en daarna als Chris.’ Voor de rest van de Britten evenwel, was Keeler, gestorven onder de naam Christine Sloane, altijd de begeerlijke jonge vrouw gebleven om wie begin jaren 60 het Profumo Schandaal draaide. Deze seks- en spionageaffaire veranderde Groot-Brittannië voorgoed, maar zou ook de rest van het leven bepalen van deze ultieme femme fatale.
In het Britse volksgeheugen is Christine Keeler de vrouwelijke versie van Dorian Gray, de knappe jongeman die eeuwig jong blijft in Oscar Wilde’s lofzang op het hedonisme, terwijl diens schilderij oud wordt. Keelers beeld is mede te danken aan Lewis Morley, die haar achterstevoren zittend fotografeerde op een vlinderstoel. Bezongen zou ze worden, eind jaren 80, door Dusty Springfield en de Pet Shop Boys. Eerder hadden The Skatalites een nummer over haar geschreven. De faam van de brunette reikte tot ver over de grenzen. ‘Keelie, Keelie,’ noemde Joseph Luns haar.
De opmerking van de Nederlandse politicus is lange tijd een typerende geweest, plagerig en vanuit mannelijk perspectief. Daar hebben de makers van The Trial of Christine Keeler, indachtig #MeToo, verandering in willen brengen. Het belicht de affaire voor het eerst vanuit het perspectief van de vrouwelijke hoofdrolspeler. In het door Amanda Coe geschreven tweeluik is Keeler niet langer ‘slechts’ een prostituee, een verleidster, een nimf. Duidelijk aan de orde komt het verschil in leeftijd en afkomst tussen de jonge Keeler en de mannen om haar heen die misbruik maakten van hun rijkdom en maatschappelijke status.
Christine Keeler
‘Dat is relevant in het #MeToo-tijdperk,’ zei Coe in een interview met Radio Times. ‘Het gaat om seksuele politiek, en de machtsbalans tussen mannen en vrouwen, alsmede de machtsbalans tussen de machtigen en minder machtigen.’
Waar minister John Profumo van adellijke komaf was, bracht Keeler haar kinderjaren door in Wraysbury, een dorp langs de Theems ten westen van Londen. ‘Thuis’ was niet meer dan een omgebouwde treinwagon. Haar moeder was kil, een erfenis van haar eigen liefdeloze opvoeding door nonnen in Oost-Londen. Haar vader heeft ze amper gekend. Tijdens de oorlog diende hij in de luchtmacht en na de oorlog liep het huwelijk al snel op de klippen. Haar stiefvader had losse handjes. De jonge Christine raakte zwanger en pleegde thuis een bloedige abortus. Op haar zestiende vluchtte ze naar Londen, waar ze ging werken als nachtclubdanseres.
Enkele jaren later vond ze zichzelf wederom terug aan de oevers van de Theems, maar ditmaal een paar mijl stroomopwaarts in Cliveden. Dat landgoed is sinds de dagen van Karel II een oord van politieke en erotische intriges. Zo ook op een zomeravond in 1961 toen Keeler er naakt uit het zwembad stapte, onder goedkeurend oog van John Profumo, minister van Oorlog. De ontmoeting was ‘geregeld’ door Stephen Ward, de osteopaat die niet alleen de botten kraakte van onder meer van Winston Churchill en prins Philip, maar zijn aristocratische clientèle ook voorzag van vrouwelijk schoon.
Christine Keeler
Keeler kreeg een korte affaire met Profumo, die indertijd gezien werd als de aankomende premier. Tevens deelde ze het bed met een andere man die op Cliveden aanwezig was geweest: Jevgeni Ivanov, de militaire attaché van de Russische ambassade. Dat alles speelde zich af tussen de Cuba-crisis en de bouw van de Berlijnse Muur. Twee jaar later kwamen de bestaande geruchten over Profumo toevallig in de openbaarheid, nadat Keeler en haar boezemvriendin Mandy Rice-Davies waren beschoten door Johnny Edgecombe, een boos ex-vriendje van Keeler.
Het schandaal bespoedigde de aftakeling van de Conservatieve regering, die sinds 1951 aan de macht was en in 1964 zou plaatsmaken voor het Labour van Harold Wilson. Vrijzinnige mores op seksueel gebied was zeker niets nieuws in hogere kringen, integendeel, maar voor het eerst kon de rest van de bevolking meegenieten. De affaire-Profumo vormde het startschot van de Swinging Sixties en de bijbehorende seksuele revolutie, of in de dichtregels van Philip Larkin: 'Sexual intercourse began / In nineteen sixty-three / (which was rather late for me) – Between the end of the “Chatterley” ban / And the Beatles’ first LP.’
Christine Keeler
Keeler trok aan het touwtje waarmee de gordijnen werden geopend. Niet langer voelden journalisten zich geroepen om het bestel met fluwelen handschoenen te behandelen. Het is geen toeval dat Rupert Murdoch eind jaren 60 de moderne tabloidcultuur introduceerde door van The Sun, opgericht in 1964, een schandaalblad te maken, compleet met naakte vrouw op pagina 3. De achterdocht jegens de gevestigde orde werd samengevat door Rice-Davies die tijdens een rechtbank de memorabele woorden ‘Well, he would, wouldn’t he?’ uitte toen haar werd voorgelegd dat Burggraaf Astor, gastheer van Cliveden, had ontkend seks met haar te hebben gehad. 
Op nog een andere manier was Keeler baanbrekend: haar relaties met Edgecombe en Lucky Gordon, twee zwarte mannen die na de oorlog vanuit de Cariben naar Engeland waren gekomen. Het leidde tot giftig reacties in een land waar racisme aan de orde van de dag was. Een paar jaar eerder had racisme geleid tot rassenrellen in Notting Hill, een wijk waar veel nieuwkomers zich hadden gevestigd. Zware huurders werden massaal uitgebuit door de beruchte huisjesmelker Peter Rachman, met wie Rice-Davies een relatie had. Diens plotseling dood in 1962 was een keerpunt, net als het emanciperende Notting Hill Carnival dat in die jaren was ontstaan.
Christine Keeler
Meineed in de strafzaak tegen Lucky Gordon zorgde ervoor dat Keeler een celstraf van negen maanden opgelegd kreeg. Na zes maanden, waarin ze postzakken naaide, kwam ze vervroegd vrij, wegens goed gedrag. Maar de 22-jarige was reeds een gebroken vrouw. Dat merkte haar advocaat Lord Hutchinson of Lullington, die eerder uitgeverij Penguin had bijgestaan in het Chatterley-proces, al tijdens hun eerste ontmoeting. De schoonheid paste niet bij haar stem, merkte hij op. ‘Het was een stem van iemand die veel langer heeft geleefd dan haar 21 jaren en die schijnbaar levensmoe is. Het was een stem die elk plezier in het leven verloren is.’
Haar beschermheer, Stephen Ward, was reeds overleden. Nadat deze domineeszoon ervan werd beschuldigd de pooier te zijn van Keeler en Rice-Davies, nam hij een overdosis slaappillen. De rechtszaak tegen hem is later gezien als een historische onrechtvaardigheid door de historicus Peter Davenport-Hines, die het boek An English affair: sex, class and power in the age of Profumo schreef en door mensenrechtenadvocaat Geoffrey Robertson, die maar wat graag de zaak tegen Ward zou heropenen om aan te tonen een zondebok was van het establishment waarvoor hij jarenlang de match-maker was.
Christine Keeler
Dat was niet de visie van Lord Denning, de bekende rechter die enkele maanden na Wards dood een 70.000 tellende rapport over de zaak publiceerde. In het rapport, dat vanwege de vele erotische passages een bestseller werd, legde hij de schuld bij Profumo, die overspel had gepleegd en het Lagerhuis had voorgelogen. Denning deed het af als een seksschandaal en constateerde dat de staatsveiligheid geen moment in gevaar is geweest. Volgens critici, Keeler voorop had deze conservatieve jurist, jaren later door Margaret Thatcher omschreven als de beste rechter uit de Engelse geschiedenis, gediend als advocaat voor zijn vrienden binnen de gevestigde orde.
Profumo trok zijn conclusies en verdween in de relatieve anonimiteit. Tot op hoge leeftijd zou hij boete doen voor zijn zonden door als vrijwilliger te werken bij de Toynbee Hall, een sociale instelling die de armoede bestrijdt in het Londense East End, waar hij dagelijks met de bus heen ging vanuit het rijke westen van de stad. Het leverde hem, halverwege jaren 90, een ereplekje op aan dinertafel bij de zeventigste verjaardag van Thatcher. Rice-Davies kwam nog het beste uit het schandaal. Zij trouwde met een rijke Israëlische zakenman en beheerde in Tel Aviv nachtclubs met evocatieve namen als Mandy’s Mandy’s Candies.
Christine Keeler
Hoe anders was het lot van Keeler. Ze trouwde twee keer, zonder succes. Haar eerste huwelijk, met een bouwvakker, duurde nog geen twaalf weken. ‘Ik was een trofee om mee te pronken bij de jongens,’ schreef ze later, ‘niet om mee naar moeders huis te nemen.’ Keeler probeerde een nieuw leven op te bouwen in Wales, maar keerde al snel terug naar Londen. In de jaren 80 woonde ze in een sociale huurwoning in World’s End, aan de rand van Chelsea. Haar dagen bracht ze door met roken, televisiekijken en corresponderen met de sociale dienst. Om los te komen van het verleden veranderde ze haar achternaam in Sloane.
De grote tragiek was dat ze dat verleden juist nodig had om van te leven. Ze publiceerde meerdere memoires, waarin ze haar kant van het verhaal vertelde. Volgens Keeler was ‘Profumo’ boven alles een spionage-affaire, met Ward als spin in een spionageweb. Ze schreef zelfs dat Wards goede vriend Roger Hollis, baas van de binnenlandse veiligheidsdienst, voor de Russen spioneerde, iets dat Peter Wright later ook zou schrijven in Spycatcher. De gevestigde orde, echter, was er alles aan gelegen om de vuile was binnen te houden. De ontmaskering, eind jaren 50, van de Cambridge Four, de vier upper-class spionnen, was al gênant genoeg.
Christine Keeler
Eind jaren 80, toen ze in relatieve armoede leefde, kwam er een geschenk toen ze de royalties kreeg voor de film Scandal, (1989) waarin de rol van Keeler werd gespeeld door Joanne Whalley en die van Ivanov door Jeroen Krabbé. Het leverde haar genoeg op om een eigen huis te kopen, een veilige plek die ze deelde met haar zwerfkat. Ze las veel, onder meer The scapegoat van Daphne du Maurier. Aan haar uiterlijk besteedde ze al lang geen aandacht meer. Keeler werd zwaarder door de medicatie tegen een longemfyseem en kleedde zich gewoon zoals ze wilde, getuige foto’s die paparazzi maakten van haar dagelijkse gang naar de supermarkt.
Na de dood van Profumo in 2012 publiceerde Keeler haar autobiografie, met behulp van journalist Douglas Thompson, een van de weinige ‘vreemden’ die op haar vertrouwen kon rekenen. ‘Ik reken haar tot de eerlijkste mensen die ik heb gekend,’ schreef Thompson kort na haar overlijden, ‘ze geloofde haar waarheid, tot het bittere einde.’ Zelf had het prijsdier van de Swinging Sixties ‘haar leven als Christine Keeler’ omschreven als een lange misère. ‘Ik heb van iedereen de zonden opgenomen,’ zo keek de katholieke Keeler, terug, ‘van een hele generatie eigenlijk.’ The Trial of Christine Keeler, lees ook onze recensie van de eerste twee afleveringen, is een verfilming van dit gevoel. 
The Trial of Christine Keeler, vanaf 16 april 2020 in zijn geheel op NPO Plus, en vanaf 23 april wekelijks op NPO 2 en NPO Start.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief

BNNVARA LogoWij zijn voor