Gaat het om de eindbestemming, of gaat het om de reis?
Is het voor een adaptatie cruciaal dat deze zo trouw mogelijk het boek volgt? Nee, natuurlijk niet. Films als The Godfather en series als Killing Eve en het eerste seizoen van American Gods lieten al zien dat aanpassingen soms juist verbeteringen kunnen zijn. Andersom geldt uiteraard ook, zo bewijzen bijna alle Stephen King-verfilmingen – en het tweede seizoen van American Gods.
The Letter for the King – naar De Brief voor de Koning van Tonke Dragt - valt er een beetje tussenin. Het is niet slecht, maar het is zeker niet het boek. Fans van het boek zullen er waarschijnlijk weinig in herkennen. Oké, er is een brief die moet worden afgeleverd aan de koning en veel personages dragen dezelfde namen als die uit het boek, maar daar houden de overeenkomsten eigenlijk wel op.
De opening geeft direct al aan dat de serie meer de kant op wil van The Lord of the Rings (The Letter for the King is voor een groot deel ook in Nieuw-Zeeland opgenomen). Een vrouwenstem waarschuwt voor een duisternis die alles zal verzwelgen en spreekt van een prins met een onstilbare honger naar macht en een oude voorspelling van een held die de duisternis zal verdrijven.
Meteen na deze profetische woorden maken we kennis met Tiuri (Amir Wilson, Will Parry in His Dark Materials , The Secret Garden). Maar ook Tiuri is niet helemaal de ongecompliceerde held uit het boek. De makers (Will Davies, Paul Trijbits) maakten van hem en zijn moeder Daryia (Kemi-Bo Jacobs) Eviellaanse krijgsgevangenen, tot ridder Tiuri de Dappere (David Wenham, Faramir in Lord of the Rings) met zijn hand over zijn hart streek, Daryia huwde en Tiuri adopteerde als zijn eigen zoon (het feit dat alle mensen uit Eviellan een donkere huidskleur hebben en verder alleen dienst lijken te doen als of sjamanen, of krijgsgevangenen/slaven, is een van de meer problematische toevoegingen).
Tiuri junior wil dolgraag dat zijn stiefvader trots op hem is en doet daarom mee aan een riddertoernament, maar hij mist duidelijk nog de koelbloedigheid en meedogenloosheid van zijn leeftijdgenootjes. De andere ridders in opleiding bekijken hem met minachting, vooral Arman (Islam Bouakkaz), zoon van de onbetrouwbare Sir Fantumar (Omid Djalili, Dickensian), en Iona (Thaddea Graham).
Wanneer hem midden in de nacht door de Zwarte Ridder met het Witte Zwaard (Ben Chaplin) – Jan Bijvoet van Borgman heeft een kleine rol als zijn schildknaap – gevraagd wordt een levensbelangrijke boodschap naar de koning (Yorick van Wageningen) te brengen, neemt zijn leven plots een andere wending.
Al snel wordt Tiuri achternagezeten door de Rode Ridders, geleid door Jaro (Peter Ferdinando), de Grijze Ridders, aangevoerd door Ridistrin (Ken Nwosu), en door zijn medestudenten, die het hem niet in dank afnemen dat ze door zijn toedoen nog geen ridder zijn. Onderweg kruist hij ook paden met de ondernemende en vingervlugge Lavinia (Ruby Ashbourne Serkis, inderdaad de dochter van Andy Serkis, die hier haar vader speelt).
Terwijl Tiuri bezig is met zijn race tegen de klok, verwacht koningin Alianor (Emilie Cocquerel), heerser van Dragonaut, te worden uitgehuwelijkt aan kroonprins Iridian (Jakob Oftebro) van Unauwen. Prins Viridian (Gijs Blom, Jongens, De Mannentester), de broer van Iridian met magische gaven, smeedt duistere plannen op het slagveld.
De makers hebben zeker geprobeerd hier en daar wat nuance aan te brengen in de personages. Er is ook meer aandacht voor de vrouwen, van Lavinia en koningin Alianor, tot de echtgenote van de Zwarte Ridder met het Witte Schild (Lisa Loven Kongsli), die maar weinig geduld op kan brengen voor dwaze helden die zich uit nobele motieven in het gevaar storten.
Toch wordt er ook wel heel vaak gekozen voor de gemakkelijke weg. Het aantal keer dat Ardanwen, het paard van de Zwarte Ridder met het Witte Schild, onze held en zijn kompanen redt is niet op een hand te tellen, evenals het aantal mensen dat Tiuri vertelt van zijn strikt geheime opdracht. Het personage van Tiuri’s adoptievader zorgt juist voor whiplash, aangezien hij het ene moment tegenover zijn mederidders zijn zoon met man en macht verdedigt, terwijl hij diezelfde zoon in de volgende scène dreigt te onterven als hij het waagt zijn naam te schande te maken. Ook zijn er een hoop zijlijntjes en bijpersonages die niet bijster veel toevoegen aan het verhaal, zelfs al worden ze gespeeld door Kim Bodnia (The Bridge, Killing Eve). En of de introductie van magie nou echt zo’n grote aanwinst is…
Maar het grootste gemis is iets waar Tonke Dragt in haar boek juist wel heel goed in was: het afronden. Dragt nam ruim de tijd om afscheid te nemen van alle personages die Tiuri tijdens zijn reis geholpen hadden. De serie weet na een tegenvallende ontknoping niet hoe snel ze Tiuri weer terug thuis moeten brengen. In de serie gaat het om het eindpunt, in het boek ging het om de reis.
The Letter for the King S01, vanaf 20 maart 2020 op Netflix