Riz Ahmed speelt een metaldrummer die moet kiezen tussen twee kwaden in ijzersterk drama.
Een drummer zit op het podium van een donkere concertzaal achter zijn kit. Hij is afgetraind, vol tattoos. Feedback van een gitaar stroomt de zaal in. De drummer begint te spelen, hij is in de zone. Hij is een beest. De openingsscène van Sound of Metal ziet er imposant uit, omdat acteur Riz Ahmed ( The Night Of ) een wordt met Ruben Stone, de muzikant die hij vertolkt. Ruben vormt met zijn vriendin Lou (Olivia Cooke) een duo dat zich heeft bekwaamd in de zware, vuige muziek. Het hoge volume dat hiermee gepaard gaat begint zijn tol te eisen. Ruben is zijn gehoor aan het verliezen.
In de eerste akte van Sound of Metal bevindt Ruben zich nog in een staat van ontkenning. Want zijn gehoor heeft het nog niet volledig begeven. Het geluid van de keukenmachine in de camper die hij met Lou deelt hoort hij nog, evenals het koffiezetapparaat. Maar als hij even later hoest – en hij zijn kuch niet hoort – dan zie je de angst in zijn ogen. Want muziek is waar hij voor leeft. En de tour die Ruben en Lou hebben gepland staat op het spel, evenals Rubens gehele hebben en houden. Doorspelen betekent echter, blijkt als Ruben een audicien bezoekt, funest.
Ruben moet kiezen tussen twee kwaden. Als Lou hierachter komt regelt ze voor haar vriend een tijdelijke plek in een afkickkliniek voor auditief beperkte ex-verslaafden in de Amerikaanse staat Missouri. Want ze wil voorkomen dat de ex-junkie zijn heil zoekt in de heroïne die hij gebruikte voordat hij Lou vier jaar eerder leerde kennen. Het idee is dat Ruben orde op zaken stelt terwijl Lou tijdelijk intrekt bij haar vader. De afstand die hiermee ontstaat tussen de twee geliefden heeft evenwel andere gevolgen. Ruben droomt van onbetaalbare gehoorimplantaten terwijl hij jonge auditief beperkten begeleidt op een school; Lou is alleen muziek gaan maken.
Het speelfilmdebuut van Darius Marder zit vol duivelse dilemma’s. Moet Ruben eraan toegeven dat hij doof wordt en de stilte koesteren zoals zijn mentor, een Vietnamveteraan, hem influistert? Of moet hij alles op alles zetten om zijn gehoor weer terug te krijgen. En leveren gehoorimplantaten überhaupt het geluid dat hij gewend is? Is het een zaligmakende ingreep? Marder filmt deze vraagstukken voortdurend vanuit Rubens perspectief, met beklemmende scènes tot gevolg. Omdat Ruben niet veel kanten uit kan, omdat hij doordat hij niet optreedt in een financiële impasse zit. En als hij uit onmacht schreeuwt is er niemand die hem hoort.
Dit is een treffende metafoor, omdat Ruben een van de vele Amerikanen is die niet worden gehoord. Marder speelt hier slim mee, ook in het sound design van de film. Hoe subjectiever het shot, hoe subjectiever het geluid. Soms valt het weg, dan horen we geruis. En aan het einde van de film tijdens een duet tussen Lou en haar vader Richard (Mathieu Amalric) wordt de kijker eraan herinnerd hoe mooie samenzang, subliem geluid an sich, kan zijn. Tegelijkertijd heeft Ruben al een leven lang wonderlijke drumpassages voor een publiek mogen vertonen en is zijn kaars vroegtijdig opgebrand. Die gewaarwording blijft de gehele film pijnlijk.