Tachtig jaar na dato blikt Koos Postema terug op het bombardement van Rotterdam.
Wanneer Rotterdam in mei 1940 wordt opgeschrikt door het Duitse bombardement, is Koos Postema zeven jaar oud. Tachtig jaar later blikt de voormalig VARA-presentator in Een jongen in de oorlog terug op de middag dat de bommen vielen, de vlucht naar veiligheid, en de vijf oorlogsjaren die volgden. Hoe ziet de Tweede Wereldoorlog eruit vanuit het perspectief van een kind?
De 87-jarige Postema, nog altijd een aangename verteller, heeft nog scherpe herinneringen aan de dag van het bombardement. Hij vertelt hoe de vloer trilde, de ramen aan diggelen sprongen en hoe hij met zijn moeder, oom, en twee zussen de woning uitvlucht. Veertig jaar geleden legde Postema die dagen al vast in zijn boek Het bombardement, nu doet de journalist ook een boekje open over de rest van de oorlog. Het blijkt een tijd vol uitersten: aan de ene kant kan de jonge Postema elke dag voetballen in de straten van Vlaardingen, aan de andere kant worden de gevaren van de oorlog weer duidelijk tijdens de Hongerwinter, wanneer hij bijna aan dysenterie overlijdt.
Door in te zoomen op het leven van een 7-jarige, weet Een jongen in de oorlog voor een interessant perspectief op de gebeurtenissen in het Zuid-Holland van de Tweede Wereldoorlog te zorgen.