Tot de dood – of een vat zuur – hen scheidt & witwaspraktijken in small town America.
Financieel adviseur Marty Byrde (Jason Bateman) heeft wel eens betere tijden gekend. Op dezelfde dag dat hij definitief bewijs krijgt dat zijn vrouw Wendy (Laura Linney) vreemdgaat, blijkt zijn collega miljoenen aan inkomsten van de drugsbaron waarvoor ze samen geld witwasten te hebben gejat. Met als resultaat dat Marty en zijn familie de grote stad inruilen voor het troosteloze Ozark in Missouri om daar weer in de gratie van de drugsbaron te komen.
Al snel blijkt geld witwassen in Ozark – ‘waar camouflage een primaire kleur is’ - toch minder makkelijk dan in Chicago. De lokale ondernemers zijn niet geïnteresseerd in weelderige beloftes van groter-mooier-beter. ‘Hoezo investeren in knappere meiden?’ wil de eigenaar van een stripclub weten, terwijl er een hoogzwangere dame op de achtergrond danst. ‘Geef mij maar gewone dames met een goede werkethiek!’
Ondertussen zit ook de FBI – geleid door Roy Petty (Jason Butler Harner) – hen op de hielen. Wanneer je je hele bankrekening leeghaalt en er delen van je partner worden teruggevonden in een vat met zuur gaan er, vreemd genoeg, toch wat alarmbelletjes rinkelen. Kortom: Marty krijgt meer shit te verduren dan Andy Dufresne aan het einde van The Shawshank Redemption.
Wendy en Marty zijn tot elkaar veroordeeld, maar wel enigszins verdiend. Showrunners Bill Dubuque en Mark Williams maken heel duidelijk dat alle ellende hen niet zomaar overkomt, maar dat het voorkomt uit hun eigen foute keuzes. Meneer en mevrouw Byrde mogen blij zijn dat ze überhaupt nog blaren (en billen) hebben om op te zitten (vraag maar aan Marty’s voormalige partner). Het zorgt voor heerlijk venijnige woordenwisselingen, met vaak ook een dosis wrange humor. ‘Gary is een goede man,’ verdedigt Wendy haar minnaar. ‘Hij heeft twee kinderen… ik heb ze nooit gezien.’
Laura Linney draait, zoals verwacht, haar hand niet om voor zo’n smeuïge rol, maar Jason Bateman is de echte revelatie. De zwartgallige Marty lijkt mijlen verwijderd van Batemans populairste personage, de ultieme goeierik Michael Bluth uit Arrested Development, met wel één opvallende overeenkomst: ze zijn allebei pragmatische fixers, die koste wat kost proberen de familie drijvende te houden.
Voor Marty is zijn tong zijn sterkste wapen. Wanneer lokale schoffies een deel van het drugsgeld stelen overreedt hij hen niet met geweld maar met logica en ook de bank hoest morrend al het spaargeld op wanneer Marty met zijn deductievermogen bewijst dat ze het wel degelijk allemaal op de plank hebben liggen.
Bateman doet niet hard zijn best sympathiek gevonden te worden. En toch kiest Marty, wanneer hij de kans krijgt zijn overspelige vrouw te dumpen, voor haar en hun familie. ‘We zijn geen echtgenoot en echtgenote meer,’ bijt hij Wendy aan het begin van de tweede aflevering toe, ‘we zijn enkel zakenpartners.’ Dat dat, ondanks alles, toch niet helemaal zo is, maakt Ozark juist zo boeiend, en tragisch.