© Lionsgate
Een zeer megalomane film over een megalomane architect die het New York van de toekomst wil herscheppen tot New Rome. Gemaakt door een megalomane regisseur, die echter wel de nodige humor en zelfspot etaleert.
De tijd zal het leren, hoe we over pakweg tien jaar terugkijken op Megalopolis, het door hemzelf gefinancierde (120 miljoen dollar) megaproject van Francis Ford Coppola, de maker van onverwoestbare filmklassiekers als Apocalyps Now, The Godfather en The Godfather: Part II. Op het filmfestival van Cannes, waar de film eerder dit jaar in première ging, waren de meningen extreem verdeeld. Is Megalopolis een nu nog hermetisch en zichzelf nog niet blootgevend, gemankeerd doch geniaal, toekomstig meesterwerk? Of juist het cinematografische equivalent van een chaotisch en veel te overdadig huwelijk tussen een patatje oorlog en een kapsalon met extra mayo? Of, God verhoede, beide?
Het is in elk geval een grabbelton van een film, een wankel kaartenhuis van ideeën, vaak verbijsterend, totaal frustrerend en bij tijd en wijle erg geestig. Coppola heeft een soort parabel willen maken over hoe grote machtsblokken als de republiek Rome en, zo suggereert deze film, de Verenigde Staten, ten onder gaan als de bevolking er niet meer in gelooft. Coppola verbeeldt het New York uit de nabije toekomst als een moderne variant van dat oude Rome, inclusief de decadentie en toga’s, plus het machtsbeluste politieke en persoonlijke gekonkel van een steenrijke elite en een machteloos proletariaat dat in toenemende armoede leeft.
© Lionsgate
Als de film begint, maken we kennis met architect Cesar Catilina (Adam Driver), een visionair die het futuristische bouwmateriaal Megalon wil gebruiken om het afbrokkelende New York glansrijk te herbouwen, maar wel inclusief de sloop van alles wat nog overeind staat. Zijn tegenstander is burgemeester Cicero (Giancarlo Esposito) die zijn macht wil behouden en voor het oude gaat. Zijn dochter Julia (Nathalie Emmanuel) krijgt, zoals dat gaat in epische tragedies, een relatie met architect Cesar, tot ontzetting van pappa Cicero. En daarna twee uur met verwarrende intriges, af en toe grappige scenes (actrice Aubrey Plaza als een sensatiebeluste tv-reporter is haar gebruikelijke onweerstaanbare zelf - of onuitstaanbare zelf, al naar gelang wat je van haar vindt), plus rare rollen van Dustin Hoffman, een bizarre Shia LaBeouf en een zeer keizerlijke Jon Voight. De verteller die deze door Coppola, die ook het script schreef, omgevallen boekenkast aan ideeën in voice-over aan elkaar praat is Laurence Fishburne (The Matrix, John Wick), op zijn veertiende door Coppola ontdekt in Apocalyps Now en in Megalopolis te zien als de assistent en chauffeur van architect Cesar. Hij is een oase van rust en de verbindende schakel tussen alle gekte. Of althans: dat is de bedoeling van Coppola, maar het blijft een deels onbegrijpelijke warboel, die verwart en amuseert maar ook irriteert.
© Lionsgate
Omdat het Francis Ford Coppola is, die hiermee zijn magnum opus wil afleveren, gaat iedere filmliefhebber natuurlijk verplicht kijken en deze zal zich danig verbazen. Apocalyps Now was veel beter, maar dat vonden velen ten tijde van de release ook een flutfilm. Het is extreem persoonlijk wat je van deze film gaat vinden, maar de kans is groot dat je dat na afloop eigenlijk zelf nog niet goed weet. Megalopolis is moeilijk te beoordelen en omschrijven; het enige wat erop zit, is hem te gaan bekijken. Misschien meerdere malen dan maar, voor de zekerheid.
Megalopolis, vanaf donderdag 5 december 2024 te zien in de bioscoop
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief