'Oogappels is een commentaar op helikopter ouderschap.'
Oogappels lijkt mijlenver weg als Malou Gorter op beschaafde halfhoge pumps, met blote benen en in een geel jurkje aan komt lopen in de foyer van het Nationale Toneel, waar ze volop in de repetities zit voor de Leedvermaak trilogie, een vijf uur durende voorstelling gebaseerd op de drie theaterstukken van Judith Hertzberg. In het echt is ze tengerder dan je zou verwachten van haar rol in Oogappels en haar gezicht is een stuk vriendelijker. In de door Will Koopman (Gooische vrouwen, Divorce) bedachte serie over ouders van nu en hun kinderen – deze week start het tweede seizoen – speelt Gorter Merel-‘ontspannen-zit-niet-in- mijn-vocabulaire’-Larooi. Samen met haar tweede echtgenoot Erik (Ramsey Nasr) bestiert ze een samengesteld gezin, met twee dochters (van haar) en een zoon (van hem). Merel is de vrouw you love to hate. Ze heeft een ongelooflijke controledrift, vergt het uiterste van haar kinderen, wil de beste zijn in haar werk (officier van justitie) en is niet in voor wat voor geintje ook. Maar het gezin Larooi is in zekere zin het meest dynamische van de vier gezinnen waar Oogappels om draait. Waar Merel is, gebeurt iets.
Ik heb gisteren alle afleveringen van het eerste seizoen nog een keer achter elkaar gekeken, maar dan alleen de scènes waarin jij speelt. Van mij mag er een spin-off komen, die gewoon ‘Merel’ kan heten, want wat een fascinerende vrouw is het toch!
Ja, dat is ze wel. En regisseur Will Koopman en Roos Ouwehand, de schrijver van de serie, houden heel erg van het personage. Roos en ik kennen elkaar al jaren en daardoor hoor ik in wat ze schrijft precies wat ze bedoelt, welke toon het moet hebben. Het grappige is trouwens dat ik ‘tegengecast’ ben, zoals dat heet. Je zou denken dat Merel gespeeld zou moeten worden door een actrice die dat harde al van zichzelf heeft. Maar eigenlijk heb ik helemaal niet de neiging om harde personages te spelen.