Sander van de Pavert, maker van het Luistergeschenk 2016, is de man man achter LuckyTV. ‘Ik maak het vooral voor mijn eigen plezier. Ik ga door zolang dat nog zo is.’
Peter Rosendaal van het CPNB legde traditioneel de contacten tussen de maker van het CPNB Luistergeschenk – vorig jaar Hugo Borst, dit jaar Sander van de Pavert – en de media, hetgeen niet altijd een makkelijke opdracht was. Hij banjerde op en neer over het terras van het fotomuseum in Den Haag, Van der Pavert woonde om de hoek. Hij keek op zijn horloge, het was inmiddels 11 uur geweest.
‘Weet je wat ik hoop?’
Nee.
‘Ik hoop dat hij al wakker is.’
Daarna: ‘Maar dat denk ik toch wel hoor.’
Het was geruststellend bedoeld.
‘Als dat niet zo is…, zei Peter, ‘als dat niet zo is dan stort mijn schema als een kaartenhuis in elkaar.’
En dan?
‘Dan maak ik een nieuw schema,’ zei Peter.
Zover was het nog lang niet, vooralsnog was Sander pas een kwartier te laat en hadden we hele gesprekken over muziek, vaderschap, het CPNB en de Boekenweek.
Wilde ik nog een dubbele espresso op kosten van het CPNB?
Hij las het lijstje met media-afspraken voor – ‘Alleen de grote jongens. Sander vond: we doen ze allemaal op een dag. Eerst jij, dan AD, NRC Handelsblad, de Volkskrant en twee keer een fotograaf.’ Hij zuchtte en bood me een sigaret aan.
Was ik bekend met het fenomeen Luisterboek-geschenk?
Kopers van een luisterboek kregen het Luisterboek-geschenk cadeau in de Week van het Luisterboek (van 23 mei tot 29 mei). Hij kon heel hard lachen om Lucky TV, het dagelijkse filmpje van Sander na afloop van de DWDD, dat was voor hem ook de reden geweest om juist hem te benaderen. De titel van het luisterboekgeschenk dat Sander gemaakt had was: ‘Willy haalt alles uit de kast.’
‘Heb je het al geluisterd?’ vroeg Peter. ‘En? Enorm geestig toch?’
Het luisterboek gaat helemaal over ‘Koning Willie’ die in de Eikenhorst voorleest uit zijn favoriete boeken. Er is in het eerste hoofdstuk ook nog een rolletje voor ene Peter Rosendaal van het CPNB.
‘Ja, als Peter Rosendaal van het CPNB,’ zei Peter. ‘Best wel grappig gedaan, maar onze stemmen lijken niet echt. Sander heeft me uitgelegd dat het een typetje is dat toevallig dezelfde naam en hetzelfde beroep heeft als ik. Grappig, maar van mij hoef je daar in je artikel niet op te focussen.’
Daarna: ‘Nog een dubbele espresso?’
Daar was Sander van de Pavert, die er, de haartjes gekamd en in pak, gesoigneerd uit zag. ‘Heeeeee Sander!’, zei Peter bijna overenthousiast. ‘Je bent er! Mooi op tijd!’
Dat was een leugen en dat wisten we alle drie.
We gingen aan een tafeltje zitten. Peter ging aan het tafeltje achter ons zitten, hij was niet het type voorlichter dat alles hoefde te horen, maar hij luisterde graag mee.
Ik vroeg hoe het Luisterboek-geschenk tot stand was gekomen.
‘Ja,’ zei Sander, ‘dat weet ik nog wel. Hij belde op een zeker moment.’
Hij richtte zich tot Peter, die verschrikt op keek van zijn papieren.
‘Pap, wanneer hebben wij elkaar voor het eerst ontmoet?’
Peter: ‘We hebben elkaar voor het eerst gezien bij…’
Sander: ‘Daarvoor toch al?’
Peter: ‘Ik was namens het CPNB met Kees van Kooten bij de DWDD en toen heb ik jou aan Kees voorgesteld.’
Sander: ‘Ooooo ja.’
Peter: ‘En toen zei Kees tegen jou: “Ik vind jou te gek, jij bent satire 2.0”.’
Sander: ‘Ja, en toen kwam jij met dat idee, dat al een tijdje oud was.’
Peter: ‘Ja, zo ging het. En nu ga ik me er niet meer mee bemoeien.’
Sander: ‘Hij heeft z’n eigen werkje.’
Vond je het een hele eer om het luisterboekgeschenk te mogen maken?
Nou het was wel iets waar ik meteen echt zin in had om te gaan maken omdat ik dit niet dagelijks doe. Of eigenlijk doe ik het wel dagelijks, maar dan niet in combinatie met beeld.”
Wist je ook meteen dat je het kon?
Nee, nou ja, kijk… in eerste instantie dacht ik meteen: we laten het Willy doen. Willy bij Lucky TV is eigenlijk al een beetje een hoorspel. Door de beelden weg te laten, kon ik hem in een wat intiemere omgeving neerzetten.
Wat maken Willem-Alexander en Maxima in je los?
Het lijkt wel een snoepje waar je niet van af kunt blijven. Dat is het! Het is ook het vooruitzicht dat zij daar nog heel lang aan vast zitten. Om in je analogie te blijven: het is een heel grote doos snoep.
En die moet helemaal leeg.
Dat is one way of putting it. Willy is iets dat ik op kan pakken als ik nergens anders zin in heb. Als ik de hele dag aan een filmpje heb gewerkt hou ik daar altijd een bepaald gevoel aan over dat soms heel erg samen hangt met het onderwerp. Soms ben ik zelfs gefrustreerd, maar aan Willy hou ik altijd een goed gevoel aan over. Willy staat dicht bij me zelf. Ik maak geen filmpje over het Koningshuis, ik maak een filmpje over televisie over het Koningshuis. Wat zo fijn is aan het hebben van een Koningshuis is dat het samenhangt met krankzinnige ritueeltjes, feestdagen en officiële gelegenheden die ook nog eens continue en netjes in beeld worden gebracht. Er is genoeg materiaal om mee te werken en daar komt nog eens bij dat Willem-Alexander duidelijk niet geboren is voor publieke optredens. Er ontstaat een soort wrijving en dat is heel prettig om te zien. Ik vind eerlijk gezegd, als we even vergeten dat hij staatshoofd is, dat hij die onzin best goed doet.
Beter dan jij of ik het zouden doen.
Als je ziet wat die vent allemaal doet. Wij denken lekker op staatsbezoek en zo, maar als je ziet wat hij daar dan doet. Dan is-ie weer naar een fietsfabriek geweest en daar doet hij dan ook zijn best.
De mensen om hem heen zijn de echte gekken.
Natuurlijk, en dan hij heeft hij ook nog eens de handicap dat hij niet zoveel talent voor acteren heeft.”
Willem-Alexander vindt een nieuwe fiets die recht uit de fietsenfabriek komt echt heel mooi, en hij wil daar echt op fietsen.
Ja, dat vindt hij mooi. Dingetjes kijken vindt hij leuk en dan die gekte eromheen. En dan ook nog zo’n griet erbij die in heel veel opzichten echt wel een tegenhanger is van wie hij is. Wanneer zijn ze getrouwd? Vijftien jaar geleden of zo?... Dat is een andere Willem-Alexander dan nu. Jahaa, hij is gegroeid.
Je gaat hier dus nooit meer mee stoppen?
Nee, eigenlijk niet nee. Nou ja, mensen moeten het nog wel leuk blijven vinden. Als ze niet meer kijken omdat ze zoiets hebben van flikker nou maar op met die Willy en die griet, dan zal ik er wel mee stoppen.’
Jij leek me nou juist zo’n figuur die zich daar niets van aantrekt. Je doet het toch niet voor de massa?
Nee, absoluut niet. Ik maak het vooral voor mijn eigen plezier. Ik ga door zolang dat nog zo is.
Heb je verder nog plannen?
Ik zeg eigenlijk overal nee tegen en dat heeft er mee te maken dat ik de neiging heb om overal ja tegen te zeggen. Het is heel verraderlijk, joh. Van grote projecten weet ik dat ik daar nu niet aan moet beginnen omdat dat mijn gezondheid gaat kosten, maar die kleine dingen tussendoor stapelen zich ook heel vaak op.
Ben je een workaholic?
Best wel ja. Ik ben graag en veel alleen aan het werk.
En dan zie je niemand?
Nou mijn vriendin woont ook in mijn huis. Ik vind het ook leuk om met haar aan het werk te zijn.
Hoe ziet een gewone dag eruit?
Ja, dat draait helemaal om zo’n filmpje. Maar ik voel geen druk, of nou ja eigenlijk wel maar gek genoeg pas als het af is. Misschien is het een soort zelfbeschermingsmechanisme of zo, maar ik heb nooit last van faalangst. Ik heb wel last van mensen die me storen. Ik word veel gevraagd voor allerhande interviewprogramma’s en quiz-spelletje en zo. Wandelen met die langs de daar. Ik zeg consequent ‘nee’ en had ook meteen spijt toen ik een keer ‘ja’ zei.
Welk programma was dat?
Een zomerprogramma op de publieke omroep met een journalist die een koffer met spulletjes erin meenam en die spulletjes hadden dan allemaal met mij te maken en die moesten we er samen uithalen. Ik vond het meteen een kut-idee en daar heb ik toen ook nog wel over gebeld, maar zij zei dat het hartstikke leuk was. Voor ik het wist stond ik aan mijn eigen tafel dingen uit een koffer te plukken. Iets van de koning, een zakje wiet. Ik vond het meteen al erg ongemakkelijk.
Je was gewoon zelf een Lucky TV geworden.
Ja, ik dacht toen echt: dit soort infantiele kutshit doe ik nooit meer.
Je houdt niet van interviews, maar schuift af en toe wel aan bij DWDD om over jezelf te praten.
Er zit ook een andere kant in me. Ik heb ook erkenning nodig. Een beetje ijdelheid zit er wel in hoor. Zo simpel is het toch? Het ding is: je moet je grenzen kennen. Ik zat een keer met Arjan Lubach aan tafel en die zei: ‘Op de een of andere manier lukt het jou om onafhankelijk te blijven. Hoe doe je dat toch? Hoe doe je dat toch?’ Nou door niet bij De slimste mens en daar en daar te gaan zitten. Door niet op elke godverdommese aanvraag ‘ja’ te zeggen.
Kun je lachen om Zondag met Lubach?
Het is allemaal bedacht. Het is van die slimmige wijsneuzen humor.
Om wie moet jij lachen?
Om dingen die grappig bedoeld zijn, bedoel je? Dat zijn mijn vrienden.
Wat doen die?
Die doen niks. Ik heb een heel goede vriend waar ik heel erg om moet lachen, die heeft een uitkering. Een andere vriend, Paul, werkt al jaren in de horeca. Mijn eigen vrouw is ook iemand om wie ik ontzettend hard moet lachen, ik neem ook dingen van haar over. Zij is in between studies. Zij inspireren mij het meest.
Vinden ze jou ook nog grappig?
Ja, dat snappen ze nog wel. Ze voelen wel aan dat dat een deel van mijn bestaan is.
Kijk je je Lucky TV’s als het wordt uitgezonden?
Nee, zeg.
Kijk je naar DWDD?
Nou, dat is een beetje lastig omdat ik dan meestal helemaal bek af ben. Als dat begint, kan ik geen pixel meer zien. Dus dat is voor mij vaak te zwaar om naar te kijken. De toestand waarin ik dan verkeer laat heel weinig toe verder.
Dat is vijf dagen per week.
Nou, zeven wel.
Dat is toch geen leven.
Ik zie heel weinig mensen, behalve als ze bij mij op bezoek komen. Soms denk ik: nu ga ik een heel stuk op de fiets, maar dat gebeurt dan ook niet. Aan de andere kant: het werk is wel iets waar toe ik me aangetrokken voel. Het is niet dat ik denk: o shit, ik moet weer.
Zo’n door Peter georganiseerde interviewdag trekt je eigenlijk totaal uit je ritme.
Valt wel mee, ik ben altijd uit mijn ritme. Ik heb vanmorgen tot zes uur doorgewerkt. Daarna heb ik vier uur geslapen en vervolgens zit ik hier.
Krijg je dan hartkloppingen in bed?
Ja. Ik maak me regelmatig zorgen om mijn gezondheid. Ik ben veertig. In mijn hoofd passeren alle ziekten de revue.
Je ziet er wel gezond uit.
Op een dag als dit is dat goed om te horen. Ik ben nogal hypochondrisch van aard, ik denk dat dat een beetje met het creatieve karaktertype samenhangt.
Wil je nog iets na Lucky TV?
Ik heb nooit ambities gehad. Ik heb niet het ‘dat wil ik echt nog een keer gedaan hebben’-gevoel. Als dat zo was zou ik de neiging hebben om er meteen aan te beginnen. In mij borrelen wel allemaal ideeën, ik ben bezig die een plek te geven en ik twijfel er niet aan of die komen naar buiten.
Wat ik trouwens nog wil zeggen is dat ik spijt heb dat ik op het Correspondents Diner niet gepraat heb met Annechien Steenhuizen van het NOS-Journaal. Niet om de voor de hand liggende redenen dat ik haar geil vind, of een lekker wijf, maar ik zou het fijn vinden om bij iemand die het journaal presenteert een beetje achtergrond gevoel te hebben. Ik denk dat zij heel intelligent, heel grappig en heel leuk is. Er zit dus geen seksuele component in mijn fascinatie voor Annegien Steenhuizen.
Peter Rosendaal stond opeens bij ons tafeltje, de journalist van het AD was al klaargezet aan een ander tafeltje. Sander dronk zijn glas leeg en zei: ‘Dan stoppen we toch, Peter.’
Tegen mij: ‘Joh, maak er gewoon wat moois van. Zullen we een sigaretje roken.’
Peter liep achter ons aan naar buiten en rookte ook mee op het terras. Een uur eerder hadden we precies zo gestaan.
Sander van de Pavert maakte het Luistergeschenk 2016 over de boekenkast van ons staatshoofd ‘Koning Willy’. In Kunststof (vandaag op NPO Radio 1, 19:00 uur) wordt de winnaar van de Luisterboek Award 2016, de prijs voor de beste voorlezer van Nederland, bekendgemaakt.