In september 1968 speelden The Doors in het Concertgebouw in Amsterdam. Jim Morrison was erbij. Lichamelijk. En maar even.
Hij was er. ‘Hij verscheen boven aan de trap van het Concertgebouw. Liep naar beneden, of beter gezegd: hij stuiterde naar beneden. Daarna deed hij een gek dansje naast Grace Slick van Jefferson Airplane, die op dat moment aan het spelen waren.’
Berry Visser, theatermaker en oprichter van Mojo Concerts, de grootste concertorganisator van Nederland, zat als 20-jarige in de zaal, in Amsterdam. Hij had zich er enorm op verheugd dat hij zijn grote held Jim Morrison, zanger van The Doors, eindelijk zou zien. De band had net het derde en beste album Waiting for the Sun uitgebracht. Met daarop het titelnummer, ‘Hello I love you’ en ‘Five to one’. Dit was de rock-’n-roll van het moment, anti-autoritair, geestverruimend, poëtisch. Met een enigmatische zanger en tekstschrijver.
En daar was-ie dus. Visser: ‘Ik had aanvankelijk niet eens door dat het Jim was. Alles bij elkaar heeft hij misschien dertig seconden op het podium gestaan. Zo snel als hij op het podium stond, zo snel was hij er ook weer af.’
Morrison in Amsterdam
Op zondag 15 september 1968 zouden Jefferson Airplane en The Doors, allebei van de Amerikaanse westkust, twee keer optreden in het Concertgebouw, op dat moment de enige plek in Nederland waar bands van enige statuur konden spelen. Paul Acket, oprichter van het North Sea Jazz-festival en lange tijd de enige promotor die popgroepen naar Nederland haalde, was in de jaren 50 al begonnen met nachtconcerten van jazzartiesten in de keurige zaal. In de sixities werden dat steeds vaker ook popgroepen.
De shows van Airplane en The Doors zouden om 19:00 uur en 22:30 uur beginnen. ‘Vanaf het moment dat The Doors zich in Hotel Memphis in de Lairessestraat arriveerden, was Jim verdwenen’, herinnert Acket-medewerker Sandor Benes zich in het tijdschrift Quest. ‘Ik hoorde dat Jim op zaterdag al niet had geslapen en gegeten, maar wel veel gedronken, gerookt en geslikt. En dat hij bovendien alle hoeren van Amsterdam had bezocht.’
Bij de soundcheck ontbreekt ieder spoor van Morrison. Er zit niets anders op dan dat Jefferson Airplane die avond begint met spelen, en dat The Doors afwachten of hun leadzanger nog komt opdagen. Dat gebeurt ook, tijdens ‘Somebody to love’, de grote hit van Airplane. Op het doek achter de band worden vloeistofdia’s geprojecteerd, Morrison staat ineens bovenaan de trap. Als ‘Plastic fantastic lover’ wordt ingezet, stuitert Jim naar beneden, doet een bizar dansje, en verdwijnt weer.
Achter het podium is het volgens stage director Vince Treanor een pandemonium. Bandleden, crew en medewerkers van Acket lopen door elkaar heen, niemand weet raad. Treanor, in Quest: ‘Jim zat op een gegeven moment achter de piano. Hij lag met zijn hoofd op zijn arm en sloeg herhaaldelijk en langzaam dezelfde toets aan.’ Dagblad Het Vrije Volk beschrijft een dag later wat er volgde. ‘Jim Morrison, zanger van de Amerikaanse popgroep The Doors, is gisteravond in het Amsterdamse Concertgebouw bewusteloos geraakt in zijn kleedkamer. GGD-broeders probeerden hem tevergeefs met zuurstof weer bij te brengen. Jim Morrison werd daarna naar het Wilhelmina Gasthuis gebracht.’
The Doors staan in het Concertgebouw voor een dilemma. Wat nu? Niet spelen, wel spelen? Uiteindelijk gaat Vince Treanor op aandringen van Doors-manager Bill Siddons het podium op. Hij leest een verklaring voor, ‘Jim is wegens oververmoeidheid afgevoerd naar het ziekenhuis’. En of het publiek het goed vond dat de overige drie bandleden het concert alsnog zouden afmaken. Er klonk boe-geroep, maar ook applaus.
De band – organist Ray Manzerek, drummer John Densmore en bassist Robbie Krieger – speelt alle hits, van ‘Light my fire’ tot ‘Hello I love you’. Manzarek zingt. ‘En dat kon hij eigenlijk niet’, zegt voormalig VPRO-dj Jan Donkers, die in de zaal zat. ‘Toen er na een paar nummers luidop werd gemopperd, stopte Manzarek het concert en sprak het publiek vermanend toe. Met zo’n opgeheven vingertje. Als het zó moest, dan zouden ze helemáál niet meer spelen. Daarmee kreeg hij de mopperaars stil, maar werd het concert niet beter.’
Donkers vond Jefferson Airplane een stuk beter. Krantenrecensenten zijn de volgende dag verdeeld. Herman Stok schrijft in Het Parool dat The Doors ‘de show stalen’ vanwege hun ‘grotere muzikale vakmanschap.’ Hitweek concludeert dat het concert ‘nog veel uitstekender had kunnen zijn als de heer Jim Morrison even zijn harses had gebruikt en zich had gerealiseerd dat hij niet op vakantie was in Nederland, maar geacht werd op te treden voor zalen vol mensen die daar veel geld voor betaald hadden.’
Evert Wilbrink, op dat moment medewerker bij Negram, het label dat de platen van The Doors in Nederland uitbrengt, zit op maandag 16 september ‘van elf tot vier aan het bed van Morrison. Ik vond hem een geweldig goeie gozer. We hadden een soort telepatisch contact, praatten over poëzie, over literatuur en de zin van het leven. Verder heb ik niemand gezien, geen gillende meisjes, geen bandleden’, zegt hij in Quest. ‘Alleen de directeur van Negram belde, of Jim al dood was. Die zag er wel brood in.’
In het ziekenhuis blijkt ook wat de instorting van Morrison heeft veroorzaakt: blokken hasj die hij met whisky heeft weggespoeld. De drugs kreeg hij van Amerikaanse matrozen, het verhaal gaat ook dat Jim in de Amsterdamse binnenstad nog meer ‘middelen kreeg aangereikt’, zoals Berry Visser het zich herinnert.
De volgende dag spelen The Doors met Morrison gewoon in Kopenhagen, hoewel de Amsterdamse artsen hem een week rust voorschrijven. Het onverantwoordelijke gedrag van Morrison is wel een voorbode voor de jaren die volgen. Morrison wordt onhandelbaar, er worden meer concerten gemist en hoewel L.A. Woman in 1971 nog een heel behoorlijk album is, lopen de interne spanningen zo hoog op dat Jim een time-out neemt in Parijs. Waar hij op 3 juli 1971 dood in een badkuip wordt gevonden door zijn vriendin Pamela Courson. Officieel vanwege hartfalen. Hij ligt begraven op Père Lachaise. Hij is 27 jaar geworden.