© Valentina Vos
Ramsey Nasr bij Khalid & Sophie over de oorlog in Gaza. (…) ‘Een vraag. Hebben Palestijnse levens eenzelfde waarde voor ons, in een gruwel die voor hen al 75 jaar voortduurt? Kennen wij ook de namen van hún dode baby’s, hún vernederde grootouders, hún vermoorde kinderen? Kennen wij hún individuele dromen, vrienden, schoolrapporten?’ Ik zit erbij en ben tot tranen geroerd.
De laatste aflevering van Oogappels. Het afscheid van Eriks vader, gespeeld door Ramsey Nasr (en Hans Croiset). Ik weer in tranen.
Wat doet deze man, dat hij mij zo kan raken? Is het superieur acteren, of is het oprechtheid die ik voel? Ik ben heel benieuwd in welke stemming /staat ik hem zal aantreffen voor dit gesprek. Het loopt tegen Sinterklaas, de verkiezingen zijn net voorbij. In Gaza woedt een steeds helsere oorlog. Hoe hangt de vlag erbij in Huize Nasr? Hij komt jeugdig, breed lachend binnen. Heel anders dan hoe ik hem op mijn netvlies had. Nasr: ‘Nou, die vlag zit nog even in de doos. We zijn net verhuisd. O, ik zit meteen te denken dit is een interview, hier heeft niemand iets mee te maken, nou ja, dan moet ik maar geen interview geven...’
© Valentina Vos
‘We’ zijn verhuisd? Ja, ik en m’n vriendin. Naar Rotterdam.
Jij en je vriendin? Ja, we gaan samenwonen. Een huis met
een tuin, hond erbij, dus echt huisje-boompje-beestje. Technisch gezien ben ik dolgelukkig. Ik zit alleen nog middenin honderden dozen.
Ik zie meteen je Wunderkammer voor me, die oneindige verzameling van mooie dingen en dingetjes. Heb je dat in dozen gepakt?
500 dozen! Mijn verhuizer had nog nooit zoveel dozen van een particulier meegenomen. Ja, ik dacht bij het inpakken wel soms: zit ik nu niet zelf in dat tv-programma Mijn leven in puin? Van die hoarders, die bij alles wat dreigt te worden ingepakt zeggen: Ja, maar dát mag niet weg. En dat kan ik misschien nog gebruiken. En dat blad wil ik ooit nog lezen! Het was een eenzaam proces dat inpakken, maanden en maanden. Therapeutisch wel, al die dingen die ik als een slak in m’n huis hebt meegenomen, sinds ik op de toneelschool zat. Op den duur ging ik zelfs dozen verzamelen om dingen in te verzamelen.
Dat je nog een vriendin hebt gevonden die wil samenwonen met jou. `
Ja, en die leeft heel ordelijk. Marie Kondo meets hoarder. 500 verhuisdozen, waaronder zo’n 300 dozen met boeken, schatte de verhuizer. Maar ik heb ook veel verkocht en weggegeven hoor, boeken, cd’s, spullenhulp. Alleen toen hield ik dit nog over. En dus 12.000 cd’s. Alleen de leukste dingen houd ik. Als er geen sprankje vreugde (‘spark of joy’, Marie Kondo) is, mag het weg. Ik heb alleen nogal snel een sprankje vreugd. Een grote shawl met een heel lief gezichtje, tja, daar heb ik dan toch moeite mee. Het is een chaos, maar hopelijk ook een nieuw begin. Hopelijk.
Hoe is het zover gekomen, dat je van je Wunderkammer in Amsterdam naar een nieuw bestaan in Rotterdam bent verkast?
Nou, zo’n Wunderkammer is wel heel leuk, maar voor het leven is het niet prettig. Ik dacht: hoeveel dingen kan je om je heen verzamelen? En ga je het leven dan niet buitensluiten? Ik zag steeds minder van de buitenwereld omdat de binnenwereld zo leuk was. Ik kon lekker reizen in mijn eigen huis. Met m’n spullen, mijn boeken, mijn muziek. Ik had het wel naar m’n zin, maar ik zag m’n vrienden steeds minder. En ik besefte ook, en dat is tragischer: ik kán straks niet meer verhuizen.
Het evenwicht wankelde?
Het ging het echte leven vervangen. En toen ontstond stilaan het idee om toch te verhuizen. Mijn vriendin stuurde af en toe een linkje van Funda naar me toe, waar je in andere huizen kunt kijken en op ideeën kan komen. Ik zei: stuur je dat voor mij of misschien toch...
...als verkapt aanzoek. Haha, nee ze deed het echt voor mij. Maar toen gingen we erover nadenken en toen werd het mijn geboortestad Rotterdam.
Het gesprek komt op de nieuwe grote liefde. Ruim een jaar zijn ze nu samen. En het is goed. En dan: Eergisteren is het een jaar geleden dat mijn moeder gestorven is.
Hij schiet vol. Ik ook, dat effect heeft hij op mij, kennelijk.
Nasr: Mijn vriendin en mijn moeder hebben elkaar nooit echt ontmoet. Een klein keertje maar, toen kwam zij me ophalen bij mij thuis en toen heeft mijn moeder haar even omhelsd. Vlak daarna is zij gestorven, maar ik heb altijd het gevoel gehad dat ze daardoor toch een beetje aan elkaar gehaakt zijn. Ik denk ook dat ze het erg goed met elkaar hadden kunnen vinden. Soms denk ik dat mijn moeder ons tot elkaar gebracht heeft – maar dat is magisch denken. Mijn moeder was de allerliefste, de allerzorgzaamste vrouw van de wereld. Ze is op 29 november vorig jaar gestorven, plotseling, hartaanval. En als je nou zegt dat je zo ontroerd was door Oogappels, dat is allemaal verweven met elkaar.
‘Het bijeffect van geduld is dat het vaak te laat komt. En dat is kostbaarder dan een mensenleven.’
Ik vond de serie steeds beter, steeds intenser worden.
Ja, dat is ook zo. Ik vond het altijd leuk om te doen, maar ik miste iets in het karakter van Erik. Zo’n eeuwige mantelzorger, die wil dat iedereen het goed heeft. Ik had in elk seizoen wel vijf scènes waarin ik zei: het eten is over 10 minuten klaar, jongens. En ik zei tegen de schrijvers: mag hij zelf óók een drama hebben, hij wil alles oplossen, maar wie is die man? Ik zat op m’n honger zeggen we in het Vlaams, met andere woorden: er zit meer in. Het ging me ook iets te makkelijk af. Ik zocht een uitdaging. Vertrouw erop Ramsey zeiden ze dan, dit is juist goed, dat onderhuidse. Toen heb ik een keer met scenarioschrijfster Roos Ouwehand en regisseur Will Koopman hier, aan dit tafeltje, zitten praten over wat ik in seizoen vijf zou willen doen met Erik.
Wat een droom, om als acteurs te kunnen overleggen met de makers.
Ja, maar dat kan alleen maar in een situatie waarin je te horen krijgt: jullie mogen nog een paar seizoenen door met deze serie. Ik zei: ik denk dat ik het heel mooi zou vinden als Erik de zorg voor zijn vader op zich zou nemen. Niet omdat hij dat wil, maar omdat het niet anders kan. Er is geen andere oplossing. En, zei ik, wil je hem alsjeblieft op zeker moment laten zeggen: ‘ik ben niet gelukkig’. Hij is niet aan zichzelf toegekomen, de keerzijde van mantelzorg. En ze hebben het prachtig geschreven precies zoals ik het had gedroomd. Ik ging steeds meer begrijpen wat er van mij in Erik zit en wat er van m’n vader in zit, die net als mijn moeder heel verzorgend en heel liefdevol is. Mijn vader heeft alles opgeofferd in het leven om anderen een kans te geven. Jaren voor mijn moeder gezorgd – ze was chronisch ziek.
Dat Eriks vader in dit seizoen zou sterven had ik niet bedacht, en wat we helemaal niet konden bevroeden was dat mijn moeder overleed precies in die periode dat ik die scène speelde waarover jij spreekt. Haar crematie was op 5 december en op 11 december stond ik als Erik achter de kist van Hans, mijn televisievader.
Maar dan nog: hoe krijg je het voor elkaar, als acteur, om de ontroering die door het scherm spat als Eriks vader sterft, te spelen. De hele interactie met de dementerende vader was magistraal. En als ik dan bedenk dat sommige scènes natuurlijk meerdere keren gedraaid moeten worden, en steeds weer die intensiteit, tot tranen aan toe.
Dan zie je hoe mooi dit vak ook is. Iedereen is met heel veel beleid en medeleven om me heen gaan staan. De crew, de acteurs. Iedereen heeft ouders of geliefden verloren. De ontroering was overal. De scène dat ik skype met mijn zus en het voorlezen van de afscheidsspeech wou ik ook maar één of twee keer doen. En toen moest ik huilen en wilde Will stoppen. En toen zei ik: nee, je moet nu doorgaan, dit moet je laten. Je vroeg hoe je dat doet, een ontroering overbrengen, zeker als je scènes moet overdoen. Maar dat kan. Het is iets toelaten, of anders gezegd: het is jezelf iets toestaan. Acteren heeft veel te maken met techniek, maar vooral met oprechtheid en met iets toelaten, op zo’n manier dat je je gevoelens binnen de grenzen van de scène kunt laten zien. Je moet iets zeer privés aanboren, zonder dat het ongemakkelijk wordt. Ik visualiseer een scène vaak, zoals je een muziekpartituur leest. Je leest een scène in het script, en dan heb je een soort visioen, dan voel je bijvoorbeeld: Bij dit woord breekt hij. Maar het is wel gecontroleerd, ik hou van controle. Dus je weet wat je gaat doen, maar je weet niet hoe het gaat uitpakken. Dat bereid ik dan ook niet voor. Ik weet niet wat er gaat gebeuren. Dat was bij IM (speelfilm, waarin Ramsey Ischa Meijer speelde, HG) ook. Bij de scène waarin Ischa hoort dat zijn moeder is overleden weet je: dit is de crux. De woede, het verdriet, de onmacht, je kunt het nooit meer tegen haar zeggen; het is voor altijd. Het is rauw en onherroepelijk. Hij moet stikken op een gegeven moment. Dat vond ik passend bij Ischa. Afbakenen als acteur is mooi, maar op een bepaald moment mag je de controle opgeven. Kijk, niemand is gebaat met een oeverloos snotterende Ramsey Nasr. Dus ja, je weet wat je gaat doen maar je weet niet precies hoe het gaat uitpakken. Dat laat je los. En: je moet het kunnen herhalen.
Lees het extra lange interview verder in VARAgids 51/52 vanaf bladzijde 8.
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief