Speelt-ie ’m of speelt-ie ’m niet? De aanloop naar Korrel zout, de allerlaatste oudejaarsconference van Youp van 't Hek is er een met hindernissen.
Zolang het nog niet wil vriezen en daarmee alle hoop op een Elfstedentocht naar 2021 geschoven kan worden, is er een andere cliffhanger in Nederland actief: die van de oudejaarsconference van Youp van ’t Hek, extra spannend omdat het zijn laatste is. Áls het doorgaat, want hij wil dat zijn finale woorden kunnen ketsen en rollen, gonzen en tollen, en daarvoor is publiek nodig. Mensen. Zielen! Niet dertig, het is verdorie geen lezing, nee: meer. Dat is hij gewend, dat hoort, nu nog afwachten of het mag. Tot die tijd: try-outen, chin up, veel koffie en moedig voorwaarts.
Hoe hangt de vlag erbij? Goed.
Niet emotioneel, in de aanloop naar die laatste oudejaarsconference? Nee. Nou, misschien moet ik even slikken als ik na afloop mijn koffertje inpak. Dit was een belangrijke periode in mijn leven, ik heb het straks tien keer gedaan en met onbedaarlijk veel plezier. Maar het is slechts één onderdeel waarmee ik stop, want ik heb nog mijn NRC- en VARAgids-column en ik wil een laatste show maken.
Maar dat kan jou toch wel een beetje sip stemmen? De oudejaarsconference is voor cabaretiers de bruidstaart in de bakkerswinkel! Van Kooten en De Bie zongen al Ouwe lullen moeten weg. Peter Pannekoek, Pieter Derks, Daniel Arends: al die jonge gasten staan klaar. Het is nergens goed voor als oudjes die mooie plek bezet houden.
Heeft jouw besluit om dit jaar te stoppen ermee te maken dat je een witte man van een zekere leeftijd bent, die in een tijd is beland dat hij niet meer alles kan zeggen? Ik noem de commotie rond ‘pisnicht’. Dat woord zal mij de rest van mijn leven achtervolgen. Ik gebruikte het ooit over een nicht, die een man voor de seks gedrogeerd zou hebben. Later bleek het verhaal anders. Maar nu word ik doorlopend als een soort homofobe islamist afgeschilderd. Onlangs werd ik er door een landelijk ochtendblad zeven pagina’s lang – zonder een vleugje ironie – over doorgezaagd. Volgende keer zeg ik gewoon dat alle homo’s dood moeten. Maar dat nemen ze dan ook weer serieus! ... Kijk, ik word in een hoek geduwd, waarin ik helemaal niet geduwd wil worden. Humor wordt zo zwáár gemaakt. Bij cabaret hoort een zekere baldadigheid. Ik ben dat jongetje dat...
...nee, je bent een man van 66 die nu misschien beter zou moeten weten. Ja, de húmor is veranderd, maar ík ben niet veranderd. Dat is het ravijn dat nu aan het ontstaan is tussen mij en een jongere generatie. Misschien ben ik een oubollige komiek geworden. Ook goed. Ik vind het juist wel grappig om die oude witte man te zijn.
Sprak hij in de veilige wetenschap dat z’n zalen altijd vol zijn. Je zou kunnen zeggen dat er nog genoeg mensen in ‘jouw kamp’ zitten. Klopt. Vorig jaar stond ik zes weken in Carré in Amsterdam. Elke avond tot de muur uitverkocht, knalhard gelachen. En luister, er zullen best dingen tussen gezeten hebben waarvan een deel van de mensen zegt: ‘Wat érg’. Nou, het zal. Maar mijn publiek vindt dat humor.
Hoe voelt het als iemand van een jongere generatie jou op het matje roept? Ik heb vroeger nooit mensen op het matje geroepen, en ik wens zelf ook niet op het matje geroepen te worden. Door niemand, jong of oud. Ik doe wat ik doe zolang ik vind dat het kan. En als anderen daar moeite mee hebben, dan zie ik daar de lol van in.
Maar hoor je wat ze zeggen? Ja, natuurlijk. En ze hebben vast ook gelijk. Zoals ik ook gelijk heb als ik zie wat zíj doen. Een voorbeeld: ik lag vroeger in de bosjes om op Henk van der Meijden en zijn camera te schieten, maar nu zoeken bekende mensen zelf de publiciteit op. Glennis Grace die zichzelf filmt in het ziekenhuis na haar borstverkleining, terwijl ze net uit de narcose komt! Daar mag deze ouwe lul dan toch hopelijk ook iets van vinden?