Al meer dan veertig jaar speelt Renée Soutendijk in grote film-, televisie- en theaterproducties. Regisseur en actrice Halina Reijn spreekt met haar over haar carrière, de filmwereld anno 2020, #metoo en het schoonheidsideaal.
Renée Soutendijk begon als jonge actrice in het theater, maar werd al gauw ontdekt als filmactrice en groeide zo uit tot een van de allergrootste sterren van ons land. Heel Nederland was in de ban van Soutendijk als Het meisje met het rode haar (1981), maar ook door haar spel in Van de koele meren des doods (1982), De vierde man (1983) en Een maand later (1987). In het buitenland, zowel binnen Europa als in Amerika, speelde ze eveneens uiteenlopende rollen in film- en televisieproducties. We treffen elkaar in de prachtige binnentuin van hotel The Dylan, een voormalig theater, in het hart van Amsterdam.
Kun je iets vertellen over hoe jij in die begintijd van je carrière, de gouden jaren 80, de Nederlandse filmwereld hebt ervaren? Het was voor mij een heel fijne tijd omdat ik zeer verschillende karakters mocht neerzetten. Dat was ontzettend uitdagend als actrice. Er werden maar een beperkt aantal projecten per jaar gemaakt en er waren minder tv-zenders en geen nieuwe media. Als er een film of tv serie uitkwam, was er de volle focus van pers en publiek op die ene enkele productie. De films van Paul Verhoeven waar ik toen in speelde, werden over de hele wereld door liefhebbers bekeken, zo heb ik de kans gekregen om ook in het buitenland te gaan werken.
Zijn er grote praktische verschillen te benoemen tussen toen en nu? Er was op een bepaalde manier meer focus op de set omdat het materiaal waar we op draaiden, film, duurder was waardoor men gedwongen werd om keuzes te maken. Het belang van een goede take was groter. Als we een scène speelden, was de voltallige crew compleet gefocust, dat voelde je. Nu kun je door de digitalisering een shot vaker opnieuw doen. Dat maakt het iets vrijblijvender. Het voordeel is wel dat je meer kan uitproberen en experimenteren.
Ik kom vaak op filmsets waar niet eens plek is om je te verkleden. Sta je weer ergens in een smerige wc in je blootje te stuntelen. Als je jong bent, heeft het wel een soort ‘ik-doe-alles-voor-de-kunst’-romantiek, maar naarmate ik ouder word kan ik er steeds minder goed tegen. Ik ben ook niet meer flexibel genoeg qua lijf op mijn 44ste, om me in allerlei bochten te wringen en me in een te strakke jurk te wurmen in een piepklein toilet! Haha. Ja, maar vroeger was het heus niet altijd beter hoor. Er waren kleine en grote films, en de ene keer waren zaken beter geregeld dan de andere, net als nu.
Heb je zelf weleens direct last van een te laag budget als acteur? Als budgetten lager zijn, vragen we ons allemaal weleens af of we de kwaliteit nog kunnen waarborgen. Waar kan je zelf nog kwaliteit waarborgen en waar is het een belediging voor mijn vak?