Voor haar serie Nieuwe gezichten voerde Carrie ten Napel persoonlijke gesprekken met de hoofdpersonen van de coronacrisis. 'Ab Osterhaus is goud waard.'
Voor Nieuwe gezichten gaat Carrie ten Napel langs bij de artsen, virologen en microbiologen die we als gevolg van de coronacrisis hebben leren kennen. Maar daar later meer over.
Tijdens de Olympische Spelen was Carrie ten Napel (41) niet weg te slaan van de tv. Ze had even een korte vakantiebreak, en zodra ’s ochtends de wekker was gegaan, of ze al eerder gewekt werd door haar kinderen Pim of Lotte (4), ging de tv aan om de nachtelijke prestaties van Sifan Hassan, Niek Kimmann of de Nederlandse hockeyvrouwen terug te kijken. Het sportbloed kruipt waar het niet gaan kan, zullen we maar zeggen. En dan zag ze afgelopen zaterdagavond bij Ajax–PSV ook nog haar vader Evert ten Napel definitief afzwaaien als voetbalcommentator. ‘Dat hij tot z’n 77ste is doorgegaan, bewijst dat leeftijd in dit vak geen rol speelt.’ Het hele gezin Ten Napel zat zaterdag apetrots op de tribune. Ten Napel, Carrie dus, kwam altijd al veel bij voetbalwedstrijden. Van jongs af aan al aan de zijde van haar vader, en later, tot ze in 2014 de overstap maakte naar MAX, als verslaggever van Fox Sports (nu ESPN). Inmiddels presenteert ze met Charles Groenhuijsen al ruim anderhalf jaar op woensdag Op1. Daar duikt soms nog plots een twinkeling in haar ogen op als ze een sporter kan bevragen, maar ligt de nadruk vaak op politieke en coronagerelateerde gasten. Het jeukte af en toe, deze sportzomer. Ten Napel: ‘Zoals Herman van der Zandt af en toe een uitstapje maakt naar Omroep MAX voor Met het mes op tafel, zo had het mij heel leuk geleken om even bij te springen bij de NOS in deze drukke periode. Maar de NOS is daar wat moeilijker in dan Jan Slagter, geloof ik.’ En dus genoot ze vanachter het scherm van onder meer Dione de Graaff. ‘Dione straalt altijd zo enorm op tv. We hebben het er weleens over, dat we ooit een programma samen moeten maken. Wij zijn van dezelfde bloedgroep. Ach, we zien wel.’ En zo staat Ten Napel er eigenlijk altijd in; ze kijkt wat er op haar pad komt, spreekt haar ambities niet nadrukkelijk uit en haar interesse is breed. Bij Omroep MAX is ze – dixit Jan Slagter – uitgegroeid tot één van de vaste waarden van de omroep, in een rijtje met Sybrand Niessen en Martine van Os. Ze presenteert Droomhuis gezocht, is af en toe te zien in middagtalkshow Tijd voor MAX en toen in januari 2020 Op1 van start ging, viel ze onmiddellijk op door haar naturelle verschijning naast Charles Groenhuijsen. Dat de twee elkaar enkele weken voor de eerste aflevering hadden ontmoet, was alleen voor de presentatoren zelf even zoeken.
Is Op1 geworden wat jij ervan hoopte? Nou, het ging bij de aanvang zo snel dat ik niet wist wat ik kon verwachten. Voordat we goed en wel gewend waren aan elkaar, begonnen we al. Ik nam natuurlijk iets van ervaring mee, en live tv maken was voor mij niet nieuw. Dat hielp bijvoorbeeld bij de uitzending die we maakten rond de bestorming van het Capitool in Washington. Dat zijn momenten dat we allebei heel erg kunnen genieten van televisiemaken. Er kan echt nog veel beter, maar we mogen niet klagen over hoe het gaat.
Jullie werden in een peiling al snel het best gewaardeerde presentatie-duo. Het is bijzonder dat het zo snel klikte tussen ons, maar ik ben niet iemand die zich daar heel druk over maakt. Recensies lees ik ook echt alleen als ze onder mijn neus worden geschoven. Dit heb ik overigens toen wel gehoord, hoor. Het was vanaf het begin geen uitgemaakte zaak: ik kende Charles totaal niet, en we hebben een generatiekloofje. Ik zou er gevoelig voor zijn geweest als er een enorme bokito naast me was komen zitten, maar Charles heeft me alle ruimte gegeven en we hebben echt een klik.
Vind je het niet ingewikkeld dat Op1 met zo veel verschillende presentatoren wordt gemaakt? Nee, ik ben een teamplayer en zoek altijd contact met de anderen. We hebben nu op afstand een paar presentatorenmeetings gehad. Het is vooral aan de redactie en hoofdredactie om er lijn in te houden. Elk setje neemt weer een eigen smaak en kleur mee. Ik zie ook dingen waarvan ik denk: oeh, dat had ik misschien niet gedaan. Maar uiteindelijk maken we samen het programma.
Jan Slagter zei: ik ben blij dat Carrie en Charles zo neutraal zijn. Hij vindt dat talkshowpresentatoren vooral gastheer en -vrouw zijn. Je collega op donderdag, Jort Kelder, noemde hij ‘een mannetje’. Wij zijn wat braver dan bijvoorbeeld Jort, denk ik. Charles en ik hebben op woensdag ook minder vaak enorm uitgesproken reacties van kijkers dan WNL op donderdag heeft. Ik weet niet of dat goed of slecht is. Het zit niet in ons beider karakters dat we heel erg op de voorgrond treden. We willen allebei dienend aan de gasten en hun verhaal zijn. In de Volkskrant noemde je jezelf ‘een niet zo opvallende persoonlijkheid’. Ik heb niet de behoefte mezelf ontzettend te profileren. Dat vind ik ongemakkelijk. Ik wil zoeken naar een menselijke kant in gesprekken en ben daardoor ook minder goed in de keiharde journalistieke gesprekken. Als iedereen kritiek heeft op demissionair minister Hugo de Jonge, kan ik ook denken: jeetje, kan hij het überhaupt goed doen? Dat is ook iets wat papa mij altijd heeft meegegeven vanuit de voetbaljournalistiek. Hij zei dan: alle analisten vertolken heel erg hun eigen mening, maar ze zijn niet elke dag bij de training, dus hoe kunnen zij een trainer nou de maat gaan nemen.